Naar inhoud springen

Pagina:Vergif.djvu/253

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

255

was nog in den overgang, de neus te groot en het teint niet zuiver.

De professor beschouwde hem intusschen met trots, en toen hij het Testament ontdekte, dat open op de tafel lag, klopte hij zijn zoon op den schouder: "dat is goed; ik zie dat je het ernstig opneemt, Abraham! "

Paschen viel in de eerste helft van April; en het was van daag de eerste zonnige dag die een beetje warm was. De heele stad was op de been, de kerk vol en veien stonden er buiten om de aankomst van de aannemelingen te zien.

Enkele stoutmoedige winkelbedienden kwamen al voor den dag in licht grijze zomerkostuums, met rondgebogen mouwen en bovenmatig wijde broeken, die namw werden boven de laarzen; maar dat was al te vroeg, het was nog ijskoud in de schaduw.

Op het plein voor de kerk kwamen de aannemelingen van alle zijden bijeen; eerst de hoofdpersonen zelf, dan de ouders en een paar broers en zusters.

De meisjes hadden het haar met water gekamd en als dunne geele staarten in den nek vastgestoken; zij droegen lange grijze of zwarte omslag doeken, die heelemaal tot op den rand van de jurk hingen; smal van schouders en smal van heupen zagen zij er uit, als waren zij uit het