spektakel van volwassenen die als kwajongens politiseeren, zooveel beter?"
Mevrouw Wenche gaf den jongen man een glimlach en haastte zich naar haar zoon. Maar de strijdlustige stemming verdeelde het gezelschap over de andere kamers, waar zij de vreedzame kaartspelers een doodschrik aanjoegen door bij troepjes midden op den vloer te gaan staan debatteeren, terwijl anderen elkaar bij een knoopsgat vasthielden, net als de twee stukken van een gesp,—en kraaiden als hanen, haast met de neuzen tegen elkaar—vuurrood en met verwarde blikken.
Wel was er misschien niemand die totaal meeging met de wilde ideeen van mevrouw Wenche en den vreemde; maar velen vonden toch dat er wel ièts in kon zijn. En allen die latijn kenden, vochten als razenden, omdat zij er niet aan gewend en er boos om waren, dat iemand van hun eigen kudde zijn afval te kennen gaf en dat nog wel in het bijzijn van al die haringschippers en al die kramers.
Het ging onder het heele souper warm toe; en zelfs toen het gezelschap het huis verlaten had, hoorde men langs de straten nog in den stillen nacht: "Hervorming—latijn—schoolraad—politiek—wat?"
Toen Michal Mordtmann de gastvrouw goedendag zei, reikte zij hem beide handen, hem nog