Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/185

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

Hij zorgt tevens dat alle godsdienstige gezindheden zich houden, binnen de palen van gehoorzaamheid aan de wetten van den Staat. (G. W. 145.)


ZEVENDE HOOFDSTUK.
Van de Finantien.

197. [1] Geene belastingen kunnen ten behoeve van 's lands kas worden geheven, dan uit krachte van eene wet. (G. W. 105.)

198. [2] Geene privilegien kunnen in het stuk van belastingen worden verleend. (G. W. 33.)

199. [3] De schuld wordt jaarlijks in overweging genomen ter bevordering der belangen van de schuldeischers van den Staat.

200. [4] Het gewigt en gehalte der muntspeciën zoowel als derzelver waarde, wordt door de wet geregeld. (G. W. 62.)

201. [5] Het toezigt en de zorg over de zaken van de munt met den aankleve van dien en de beslissing der ques tien over het allooi, essai en wat dies meer is, wordt opgedragen aan een kollegie, onder den titel van Raden en Generaal-Meesters van de Munt, achtervolgens zoodanige instructien als bij de wet zullen worden vastgesteld.

Bij vacature zendt de tweede kamer van de Staten-Generaal eene nominatie van drie personen aan den Koning, welke daar uit de verkiezing doet.

202. [6] Er zal eene Algemeene Rekenkamer zijn, ten einde jaarlijks de rekeningen der verschillende departementen van algemeen bestuur optenemen en te liquideren mitsgaders behoorlijke rekening en verantwoording te vorderen van alle bijzondere lands comptabelen en anderen; alles achtervolgens zoodanige instructien, als bij de wet zullen worden vastgesteld.

De leden dezer Rekenkamer worden, zoo veel mogelijk, uit alle de Provincien genomen.

Bij vacature zendt de tweede kamer van de Staten-Generaal eene nominatie van drie personen aan den Koning, welke daaruit de verkiezing doet.

(Volgens Wetsontswerp van 13 Junij, 1840, Staatsbl. No. 37, art. 202, aldus te veranderen.

« Er zal eene algemeene Rekenkamer zijn ten einde jaarlijks de rekeningen van ontvangst en uitgaven der verschillende Departementen van algemeen bestuur op te nemen en te liquideren, mitsgaders behoorlijke rekening en verantwoording te vorderen van alle bijzondere landscomptabelen en anderen, alles achtervolgens zoodanige instructien, als bij de wet zullen worden vastgesteld. De leden dezer Rekenkamer welker bezoldi-

  1. G. 1814. a. 117.
  2. C. 1806. a.
  3. G. 1814. a. 118
  4. C. 1806. a. 8.
  5. G.1814 a. 119.
  6. S. 1801. a. 46. G. 1814. a. 120.