Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/41

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

De wijze is dezelfde, als bij Tit. II., Reglement Sjabloon:Letter A., bepaald word.

165. Na de gedane keus word, mede op de wijze aldaar bepaald, een geloofsbriefaan den gekozenen, en van het gebeurde aan het Uitvoerend Bewind, en Departementaal Bestuur, berigt gezonden.

166. De gekozene zend binnen agt Dagen zijnen Geloofs-Brief aan het Departementaal Bestuur ter bekragtiging.

167. Zo Hetzelve dien af keurt, of den gekozenen om aangevoerde redenen zijn ontslag verleent, geeft het daarvan ten spoedigsten kennis aan het uitvoerend Bewind, hetgeen alsdan een ander Lid, de vereischten van Art. 156 hebbende, in zijne plaats doet benoemen.

168. De geloofsbrief bekragtigd zijnde, word het gekozen Lid door het Departementaal Bestuur opgeroepen en neemt, binnen veertien Dagen daarna, zitting, met aflegging der gewoone Verklaring.

169. Alle tusschentijds openvallende Plaatsen worden, volgends de vooraf bepaalde wijze, vervuld.

170. De Departementaale Bestuuren zorgen, dat alle Wetten en bevelen, hun door het Uitvoerend Bewind toegezonden, spoedig bekend gemaakt, aangeplakt, en, ter verdere afkondiging en aanplakking, alomme, waar zulks behoort, verzonden worden.

171. Zij ontvangen van de Ingezetenen, alsmede door de verschillende Gemeente-Besturen, zoodanige individueele Addressen, als dezelven hun ter verdere bezorging toezenden, en verzenden die ten spoedigsten aan het Uitvoerend Bewind, om daarop te disponeeren, of zoo die aan het Vertegenwoordigend Ligcbaam gerigt zijn, dezelven aan de eerste Kamer te doen toekomen.

172. Op gelijke wijze, ontvangen zij van het Uitvoerend Bewind de gemelde Addressen, met het daarop gevallen besluit terug, en verzenden die zonder uitstel, aan het Gemeente-Bestuur, welk hun die had toegezonden, of doen dezelven, kosteloos, uitleveren aan hun, dieze, als Onderteekenaars, terug vorderen.

173. Zij zien toe, dat de goede orde en policie in hun Departement alomme bewaard blijven.

174. Zij beschikken, des nodig, op hunne verantwoordelijkheid, en met daadlijke kennisgeving aan het Uitvoerend Bewind, over de naastbijgelegen Garnizoenen of Troepen van den Staat, tot bewaaring of herstelling der openbaare veiligheid.

175. De Huislike Departementaale Kosten, voor ieder Departement, worden, jaarlijks, door het Vertegenwoordigend Ligchaam bepaald.

176. Ten dien einde, zend elk Departementaal Bestuur, jaarlijks, met den aanvang der Maand September, aan het Uitvoerend Bewind eene specifieke begrooting der kosten voor het volgend Jaar.