een afzonderlijk geheim Register geschreven, en door allen, t'elken reize, onderteekend worden.
11. De bijzondere Leden van het Uitvoerend Bewind zijn verpligt, alle berigten, betreffende den Staat, of deszelfs betrekkingen, welken zij van de buitenlandsche Ministers dezer Republiek ontvangen, ter kennisse te brengen van het geheele Ligchaam, om daarop het noodige regard te slaan, zonder immer eene afzonderlijke politieke of ministerieele correspondentie te mogen houden.
12. Niemand der Leden begeeft zich buiten de Residentie-Plaats, dan op last, of met uitdruklijke toestemming van het Bewind zelf. Dit, echter, word nimmer aan meer dan één Lid te gelijk, vergund.
13. Niemand, Lid geweest zijnde van het Uitvoerend Bewind, kan, zonder toestemming van het Vertegenwoordigend Ligchaam, het grondgebied der Republiek verlaten, binnen twee Jaaren na deszelfs aftreding.
14. Tot Secretaris van het Uitvoerend Bewind, gelijk mede tot deszelfs Agenten, tot Commissarissen, Leden van de Raaden der Oost- en West-Indische Bezittingen, of ook tot buitenlandsche Gezanten, of derzelver Secretarissen, is niet benoembaar eenig Lid van het Uitvoerend Bewind, dan na verloop van twee Jaaren sedert zijne aftreding, noch ook iemand die aan één van deszelfs in dienst zijnde Leden, tot in den derden graad ingesloten, vermaagschapt is door bloedverwandtschap of huwelijk, noch ook iemand, tenzij dertig Jaaren oud, en de verdere vereischten, bij Titul II. van de Staatsregeling bepaald, bezittende.
15. De aanstelling van den gemelden Secretaris geschied door het Uitvoerend Bewind, volgends Instructie, door het Vertegenwoordigend Ligchaam goedgekeurd.
16. Het Uitvoerend Bewind, noch ook deszelfs Leden, als zoodanigen, verschijnen immer in de Vergaderingen van het Vertegenwoordigend Ligchaam. De mededeeling van voordragten aan het laatste geschied door eenen Boodschapper van Staat.
17. Het Formulier, voor de afkondiging van ontvangen Wetten of Besluiten, (Acte van Staatsregeling, Art. 103.) is als volgt :
(Hier volgt het Besluit zelf.)