Artikel 51 [1]
Bij in- of vervoer van goederen in strijd met de belastingwetten door een persoon beneden de leeftijd van achttien jaren kan de rechter, ook indien op de schuldige artikel 56 wordt toegepast, op vordering van de met de vervolging belaste ambtenaar de verbeurdverklaring van de aangehaalde goederen uitspreken.
Artikel 52 [2]
Niet in beslaggenomen voorwerpen worden, bij verbeurdverklaring, in de uitspraak op een bepaald geldelijk bedrag geschat. De voorwerpen moeten in dit geval worden uitgeleverd, of de geschatte waarde moet worden betaald, binnen de termijn door de ambtenaar in wiens naam de tenuitvoerlegging van het vonnis geschiedt, te stellen. Bij gebreke van het een en het ander wordt vervangende vrijheidsstraf of voorziening in de opvoeding ten uitvoer gelegd. De artikelen 40, vierde en vijfde en zevende tot en met negende lid, en 42 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat te allen tijde ook algehele bevrijding mogelijk is door uitlevering alsnog van alle verbeurdverklaarde voorwerpen.
Artikel 53 [3]
Alle kosten van gevangenisstraf, hechtenis en plaatsing in een staatswerkinrichting komen ten laste, alle opbrengst van geldboeten en verbeurdverklaringen ten bate van de Staatskas.
Artikel 54 [4]
In de gevallen waarin de rechter krachtens de wet de openbaarmaking zijner uitspraak gelast, bepaalt hij tevens de wijze waarop aan die last uitvoering wordt gegeven. De kosten van openbaarmaking worden in de uitspraak op een bepaald bedrag geschat. Dit bedrag moet door de veroordeelde worden betaald binnen de termijn door de ambtenaar, in wiens naam de tenuitvoerlegging van het vonnis geschiedt, te stellen. Bij gebreke van betaling wordt vervangende vrijheidsstraf ten uitvoer gelegd. De artikelen 40, vierde en vijfde en zevende tot en met negende lid, en 42 zijn van overeenkomstige toepassing.
TWEEDE AFDELING [5]