Pagina:Wetboek van strafrecht Suriname.pdf/7

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

verzoek zal worden voldaan.Het Openbaar Ministerie is bij het onderzoek tegenwoordig en wordt terzake gehoord.

De veroordeelde en degene, die met het verlenen van bijstand is belast, kunnen bij het onderzoek tegenwoordig zijn en worden alsdan gehoord. De veroordeelde kan zich door een advocaat of door een bijzonder daartoe gemachtigde als raadsman doen bijstaan.

De bepalingen van de artikelen 253-257, 259, 260, 263 lid 1, 267, 268 lid 3, 271-283, 285-297, 301, 302, 305, 306 lid 1, 310-313 en 315 van het Wetboek van Strafvordering vinden overenkomstige toepassing.

De ingediende vorderingen, conclusies of verzoeken kunnen gedurende het onderzoek door het Openbaar Ministerie of door de veroordeelde worden gewijzigd.

De in het vierde lid van dit artikel genoemde artikelen vinden geen toepassing voor zover deze betrekking hebben op een getuige wiens identiteit niet of slechts ten dele blijkt.

Artikel 27 [1]

De beslissingen in de artikelen 23 en 24 bedoeld, alsmede die waarbij vorderingen of verzoeken tot toepassing van een dier artikelen worden afgewezen, zijn met redenen omkleed; zij zijn niet aan enig rechtsmiddel onderworpen.

Alleen indien de beslissing inhoudt last tot tenuitvoerlegging, wordt zij in het openbaar uitgesproken.

De inhoud der beslissing wordt onverwijld vanwege het Openbaar Ministerie betekend aan de veroordeelde, aan degene die met het verlenen van bijstand is belast, zomede aan degene die bij de beslissing daarvan wordt ontheven.

Artikel 28 [2]

De oproepingen, dagvaardingen en betekeningen, bedoeld in de artikelen 21, 25 en 27, vinden plaats op de voet van de betrekkelijke artikelen van het Wetboek van Strafvordering.

Artikel 29 [3]

De tot gevangenisstraf veroordeelde, alsmede de tot de doodstraf veroordeelde, voor wie de doodstraf door de President in gevangenisstraf is veranderd, kan, wanneer twee derde van zijn werkelijke straftijd en tevens ten minste negen maanden daarvan zijn verstreken, voorwaardelijk in vrijheid worden gesteld. De tijd, die door de veroordeelde vóór de ten uitvoerlegging van de uitspraak in verzekering of in voorlopige hechtenis is doorgebracht, wordt onder de termijn begrepen. Ingeval de veroordeelde meerdere gevangenisstraffen achtereenvolgens moet ondergaan, worden zij ten deze als één straf aangemerkt.

Bij deze invrijheidstelling wordt tevens een proeftijd voor de veroordeelde bepaald en worden voorwaarden gesteld, waaraan deze gedurende de proeftijd zal moeten voldoen.

De proeftijd duurt een jaar langer dan het overblijvende gedeelte van de werkelijke straftijd van de veroordeelde doch ten minste twee jaren. Hij loopt niet gedurende de tijd dat de veroordeelde rechtens zijn vrijheid is ontnomen.

Artikel 30 [4]

Aan de voorwaardelijke invrijheidstelling wordt als algemene voorwaarde verbonden dat de veroordeelde geen strafbaar feit zal begaan, noch zich op andere wijze zal misdragen.

Aan de voorwaardelijke invrijheidstelling kunnen bovendien bijzondere voorwaarden, het

  1. Ingev, bij G.B. 1937 no. 1; Gew, bij G.B. 1938 no. 37. S.B. 1984 no. 17.
  2. Ingev, bij G.B. 1938 no. 37; Gew, bij G.B. 1939 no. 69. S.B. 1984 no. 17.
  3. Gew, bij G.B. 1926 no. 42. G.B. 1939 no. 68. S.B. 1980 no. 116.
  4. Ingev, bij G.B. 1926 no. 42; Gew, bij G.B. 1939 no. 68. G.B. 1944 no. 177. G.B. 1970 no. 39. S.B. 1984 no. 17.