Pagina:Wetboek van strafrecht Suriname.pdf/8

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

gedrag van de veroordeelde betreffende, worden verbonden. Mede kan als bijzondere voorwaarde worden gesteld, dat de veroordeelde zich ter verpleging zal laten opnemen in een daarbij aan te wijzen inrichting. De bijzondere voorwaarden mogen de godsdienstige of staatkundige vrijheid niet beperken.

Met het toezicht op de naleving der voorwaarde is steeds het Openbaar Ministerie belast.

Op de naleving der voorwaarden kan bovendien een bijzonder toezicht in het leven worden geroepen. Gedurende de proeftijd kan worden bepaald, dat deze vóór het in artikel 29 bedoelde tijdstip zal eindigen, kan in de gestelde bijzondere voorwaarden wijziging worden gebracht, kunnen deze voorwaarden worden opgeheven, kunnen alsnog bijzondere voorwaarden worden gesteld, kan alsnog een bijzonder toezicht in het leven worden geroepen en kan het bijzondere toezicht aan een ander, dan degene die daarmede tevoren was belast, worden opgedragen.

Aan de voorwaardelijk in vrijheid gestelde wordt een verlofpas uitgereikt, waarin alle hem gestelde voorwaarden zijn uitgedrukt. Ingeval van toepassing van het voorgaande lid wordt hem een nieuwe verlofpas uitgereikt.

Artikel 31 [1]

De voorwaardelijke invrijheidstelling is herroepbaar in geval de veroordeelde gedurende de proeftijd handelt in strijd met de in zijn verlofpas uitgedrukte voorwaarden. Zij kan, indien een ernstig vermoeden van zodanig handelen bestaat, worden geschorst. Tevens is het mogelijk, om in dit geval gedurende de proeftijd in de gestelde bijzondere voorwaarden of in de termijn, waartoe deze in haar werking binnen de proeftijd zijn beperkt, wijzigingen aan te brengen, deze voorwaarden op te heffen, alsnog bijzondere voorwaarden te stellen, of de proeftijd eenmaal te verlengen; deze verlenging geschiedt voor ten hoogste de helft van de langste termijn, waarop de proeftijd bepaald had kunnen worden.

De tijd verlopen tussen een invrijheidstelling en een hervatting van de tenuitvoerlegging der straf wordt niet in rekening gebracht op de duur der straf.

De in het eerste lid bedoelde besluiten kunnen niet meer worden genomen, wanneer sedert het einde van de proeftijd een termijn van drie maanden is verstreken, tenzij de veroordeelde vóór de afloop daarvan terzake van een gedurende de proeftijd begaan strafbaar feit is vervolgd en de vervolging met een onherroepelijke veroordeling eindigt. Alsdan kan het besluit terzake van het begaan van dat feit nog binnen drie maanden, nadat de veroordeling onherroepelijk is geworden, worden genomen.

Artikel 32 [2]

Alle besluiten, uit de toepassing der artikelen 29 tot en met 31 voortvloeiende, worden, tenzij uit die artikelen anders blijkt, door de Minister van Justitie genomen, met inachtneming van de voorschriften ter uitvoering van artikel 39 gegeven.

Zolang de bevoegdheid tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling bestaat, kan de voorwaardelijk invrijheidgestelde, ten aanzien van wie een redelijk vermoeden bestaat, dat hij gedurende de proeftijd in strijd heeft gehandeld met de in zijn verlofpas uitgedrukte voorwaarden, op bevel van het Openbaar Ministerie en buiten Paramaribo ook door de DistrictsCommissaris van het district, waar hij zich bevindt, in het belang der openbare orde worden aangehouden, onder verplichting om daarvan onverwijld kennis te geven aan de Minister van Justitie. Is de aanhouding bevolen door een ander dan het Openbaar Ministerie, dan geschiedt de kennisgeving aan de Minister van Justitie door diens tussenkomst.

De aanhouding is gedurende ten hoogste dertig dagen van kracht. Volgt in aansluiting aan de aanhouding een schorsing of een herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling, dan wordt de tenuitvoerlegging der straf geacht hervat te zijn op de dag der aanhouding.

  1. Ingev, bij G.B. 1926 no. 42; Gew, bij G.B. 1939 no. 68. S.B. 1980 no. 116.
  2. Gew, bij G.B. 1926 no. 42. G.B. 1939 no. 68. S.B. 1980 no. 116. S.B. 1984 no. 17.