Pagina:Wetboek van strafrecht Suriname.pdf/9

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Artikel 33 [1]

Het formulier der verlofpassen en de verdere voorschriften ter uitvoering van de artikelen 29-32 worden vastgesteld door de Minister.

Artikel 34 [2]

De duur der hechtenis is ten minste een dag en ten hoogste een jaar.

Zij kan voor ten hoogste een jaar en vier maanden worden opgelegd in de gevallen waarin wegens strafverhoging ter zake van samenloop van misdrijven, herhaling van misdrijf of het bepaalde bij artikel 69, de tijd van een jaar wordt overschreden.

Zij kan in geen geval de tijd van een jaar en vier maanden te boven gaan, behoudens in het geval van vervangende hechtenis ingevolge artikel 40a.

Artikel 35 [3]

Artikel 14 is van toepassing bij veroordeling tot hechtenis, daaronder begrepen die waaronder geldboete vervangen wordt.

Artikel 36 [4]

Hechtenis wordt in de regel in gemeenschap ondergaan.

De Minister van Justitie en Politie kan de veroordeelde, op diens verzoek, vergunnen de hechtenis in afzondering te ondergaan.

Artikel 37 [5]

De tot hechtenis veroordeelde houdt zich, voorzover artikel 35 niet op hem is toegepast, bezig met zodanige arbeid als hij verkiest, behoudens de voorschriften van orde en tucht ter uitvoering van artikel 39 gegeven.

Wanneer hij in gebreke blijft zich met enige arbeid bezig te houden, kan hij onderworpen worden aan de bepaling van artikel 16. Hij kan echter niet tot het volgen van onderwijs worden verplicht.

Artikel 38

De duur der tijdelijke gevangenisstraf en der hechtenis wordt in de rechterlijke uitspraak aangewezen in dagen, weken, maanden en jaren, niet in gedeelten daarvan.

Artikel 39 [6]

De indeling en het beheer van, het regiem en de orde en tucht in en de verdeling van de gedetineerden over de penitentiaire inrichtingen en de huizen van bewaring, de arbeid en de bestemming van de opbrengst van de verplichte arbeid, het onderwijs, de geestelijke en maatschappelijke verzorging en de ontwikkeling en ontspanning worden, naar beginselen bij wet te stellen, bij of krachtens staatsbesluit geregeld.

Artikel 40 [7]

  1. Gew. bij G.B. 1926 no. 42, S.B. 1979 no. 21, S.B. 1984 no. 17.
  2. 30 Gew. bij S.B. 2002 no. 67.
  3. Gew. bij G.B. 1944 no. 177, S.B. 1984 no. 17.
  4. Gew. bij S.B. 1979 no. 21.
  5. Gew. bij S.B. 1979 no. 21.
  6. Gew. bij S.B. 1979 no. 21.
  7. Gew. bij 1926 no. 42, G.B. 1926 no. 100, G.B. 1935 no. 42, G.B. 1945 no. 108, S.B. 2002 no. 68.