Naar inhoud springen

Pagina:WilliamMorris1903KunstEnMaatschappij.djvu/115

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

menschen weliswaar in streng afgescheiden klassen, doch trachtte niet, hen te verlagen door de schrille con- trasten tusschen ontwikkeling en onkunde bij hen aan te kweeken. Het onderscheid tusschen edelman en bur- ger was zuiver willekeurig. Doch wat te zeggen van de tegenwoordige klassenverschillen?

Is het geen betreurenswaardig feit, dat het verschil niet langer willekeurig is, doch werkelijk bestaat? Tot op een zekeren stand, dien van den ontwikkelden heer, zooals men hem noemt, heerscht inderdaad gelijkheid van manieren, en als de burgers zich nog steeds willen ver- nederen en voor knecht spelen, moeten zij dit zelf weten ; doch beneden dien stand is als het ware met een mes een lijn getrokken en heeren en niet-heeren deelen de wereld.

Denk eens aan dit eene feit vol beteekenis, dat het grootste aantal menschen hier in Engeland in de negen- tiende eeuw ondanks al de juichkreten over vooruitgang der laatste jaren, door het toeval hunner geboorte ge- doemd zijn hun h’s verkeerd aan te wenden, dat er twee talen in Engeland gesproken worden: het Engelsch van den beschaafden man en het Engelsch van den arbeider. Ondanks alle tegenspraak zeg ik, dat dit bar- baarsch en gevaarlijk is, en dit verschijnsel gaat hand aan hand met het ontberen van kunst, waartoe dezelfde klassen gedwongen worden; kortom, het is een teeken van die onbeschaafdheid die niet bestond voor onzen tijd en den bloei der handelsconcurrentie.

De tegenwoordige verdeeling in standen verschilt in- derdaad niet veel van het kaste-systeem der middel- eeuwen. Zij is nagenoeg even uitsluitend als het laatste was, Laat mij een voorbeeld mogen noemen. Ik sprak dezer dagen met een vriendin van mij, die niet goed

wist wat haar aankomende zoon zou beginnen, over de

91