Naar inhoud springen

Pagina:WilliamMorris1903KunstEnMaatschappij.djvu/144

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

wordt door menschen, wier arbeid licht en gemakkelijk te vermijden is; niet als een taak, die de natuur op de schouders van den arme gelegd heeft ten behoeve van den rijke; niet als een verdoovend middel, om hun gevoel van recht en onrecht in slaap te wiegen, om zich rustig neer te leggen onder hun last tot het einde toe, hun meester en zijn betrekkingen zegenend; zij zouden dit best kunnen begrijpen, als wij dit tot hen zeiden en zouden soms, vrees ik, naar ons luisteren met een vertoon van instemming, indien zij dachten, dat zij daardoor iets van ons te wachten hadden. Doch de ware leer dat de arbeid een werkelijke en tastbare zegen voor den werkman moet zijn, een genot zooals slaap en sterke drank nu voor hem zijn, zou hij zeker heel moeilijk kunnen begrijpen, omdat het zooveel verschilt van zijn eigen ervaring van den arbeid.

Niettegenstaande de meeste mannen hun werk dragen als een noodzakelijk kwaad zooals ziekte, heeft mijn ondervinding mij geleerd, dat de werkman, hetzij door een zekere wijding, die zelfs onder de slechtste omstandigheden nog altijd verbonden is aan handenarbeid, of doordat de arme, die door den nood gedrongen met de vreeselijke werkelijkheid van het leven in aanraking komt, indien hij al over zulke zaken nadenkt, minder onder den invloed der conventie is dan de rijke, ook in zijn wijze van denken, den eisch van den arbeid welke vraagt om het werk tot een genot te maken, beter kan begrijpen dan de rijke of gegoede. Mijn eigen onbeduidende woorden niet medegerekend, ben ik vaak verbaasd geweest over de gevoelens van hartelijkheid die in werkliedenvergaderingen heerschten tegenover John Ruskin; de arbeiders kunnen veeleer in hem den profeet zien dan den fantastischen redenaar, zooals het hoogstbeschaafde publiek. Dat beschouw ik als een goed

118