Pagina:WilliamMorris1903KunstEnMaatschappij.djvu/40

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Thomas More en ter andere zijde als een revolutionnaire verandering van het stelsel van verdeeling van arbeid. Mijn eigen werk gaf mij aanleiding tamelijk diep door te dringen in de bijzonderheden van het fabrieksstelsel der achttiende eeuw en ik kon duidelijk zien, hoe verschillend het is van het fabrieksstelsel onzer dagen, waarmede het gewoonlijk verward wordt; vandaar de groote sympathie, waarmede ik de volledige verklaring van de verandering en hare uitwerking heb gelezen in de geschriften van een man, laat mij zeggen een groot man, dien ik niet noemen mag in dit gezelschap, naar ik gis, doch die mijn blik op verscheidene punten (die ik ook hier niet mag aanroeren) verhelderde en die betrekking hebben op dit onderwerp arbeid en zijn voortbrengselen. Doch dit moet ik tenminste zeggen, dat waar een man onder het achttiend-eeuwsche stelsel van verdeeling van arbeid gedwongen was, zijn leven lang aan een onbeduidend stuk werk te arbeiden op een weinig verheffende, werktuigelijke wijze, waarbij hij echter begreep, wat hij maakte, hij onder het fabrieksstelsel en de bijna automatische machine, waarin wij thans leven, vaak genoeg van werk kan veranderen en zelfs van machine tot machine gedreven kan worden en nauwelijks zal weten, dat hij iets voortbrengt; met andere woorden, onder het achttiend-eeuwsche stelsel was hij verlaagd tot een machine, onder ons tegenwoordige systeem is hij de slaaf eener machine. De machine beveelt hem wat hij doen moet, op straffe van den hongersdood te sterven. Ja, en niet in overdrachtelijken zin; de machine kan hem b.v., indien zij daar neiging toe gevoelt, en haast wil maken, dwingen, dertig mijlen per dag in plaats van twintig af te leggen en hem naar het werkhuis zenden, indien hij weigert.

22