Naar inhoud springen

Pagina:Winkler-Zand en duinen (1865).djvu/95

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
83
BOSSCHEN OP DE DUINEN VAN FRANKRIJK.


zij putten de boomen onmatig uit, zonder te bedenken dat als zij den boom dooden, zij zich zelven veroordeelen om gedurende een twintigtal jaren geen hars en dus geen inkomsten te hebben. Het is een treurig schouwspel dat de meeste groote bosschen van Marensin opleveren. Soms ziet men over eene uitgestrektheid van verscheidene vierkante mijlen niets dan boomen die ter dood veroordeeld zijn. De stammen, waaraan de bijl van den harsverzamelaar tot op eene hoogte van verscheidene ellen eene driekantige gedaante heeft gegeven, zijn allen omringd met blikken goten en aarden potten, waarin het leven van den boom afvloeit, druppel na druppel. Het geheele bosch wordt stelselmatig door de eigenaars zelven gedood, en echter is het in zijne grootste kracht van voortbrenging, en wel bestuurd kon het nog gedurende het vierde gedeelte van eene eeuw belangrijke inkomsten opleveren.

De boschbouw in de Landes omvat ook het kweeken van den kurkeik. De voortbrengselen van dezen boom hebben niet plotseling eene zoo groote belangrijkheid verkregen als die van den zeeden, maar toch zijn zij veel hooger in prijs geworden, ten gevolge van het niet groote getal plaatsen waar kurk groeit, en vooral omdat er een volkomen gebrek is aan basten of andere houtachtige zelfstandigheden die de kurk kunnen vervangen. Elke kurkboom geeft gemiddeld 1 franc opbrengst in het jaar. De inkomsten van dezen tak van industrie zijn dus verzekerd, en zouden eene belangrijke bron van nationalen rijkdom kunnen worden, als de kurkeikbosschen van Marensin eene grootere