Naar inhoud springen

Pagina:WitteHeinrichFlora1868.djvu/173

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
 

ALSTROEMERIA AURANTIACADon.

Nat. familie:

AMARYLLIDEÆ.

Klasse en Orde van LINNÆUS:

HEXANDRIA MONOGYNIA (Zesmannige-Eenwijvige)[1].

 

 

Het verschijnsel is verre van zeldzaam in de plantenkultuur dat men zich, bij de eerste kennismaking met een gewas, afkomstig uit een land waar de gemiddelde temperatuur hooger is dan bij ons, ten opzigte van de voor zijnen groei noodzakelijke warmte, zeer vergist; en, is dit zelfs tegenwoordig nu en dan nog wel eens het geval, veel algemeener was zulks vroeger, toen men 't vaak voldoende achtte te weten dat de nieuw ontvangene oorspronkelijk digter bij de evennachtslijn thuis behoorde dan wij gelegen zijn, om haar eene plaats in de warme kas aan te wijzen.

Wanneer men dan later zag dat de plant dáár slap en zwak werd, blijkbaar ten gevolge van te groote warmte, dan bragt men haar schoorvoetend naar de koude kas, tot eindelijk een enkele brutaal genoeg was haar eraan te wagen en haar in den vrijen grond te planten, zorg dragende haar 's winters te dekken, en ten laatste, wanneer zij die proef goed doorstond, haar ook dan ongedekt te laten, zoodat de plant nu geheel aan de wisselvalligheden van onze luchtstreek was blootgesteld.

Dat er wel eens eene onder zulk een harde proef bezweek, laat zich hooren, maar er zouden ook voorbeelden genoeg aan te halen, zijn die 't bewijs leverden van het tegendeel; planten, die aan-


  1. Zie de noot onder bladz. 37.
26