Naar inhoud springen

Pagina:WitteHeinrichWandelBennekom1902.djvu/113

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
86
NOG EEN WANDELING IN HET WESTEN.

naar rechts ombuigt, om, een klein eind verder, bij een boerderij ter rechterzijde, weer links af te gaan, en wij dus niet den weg schuins over rechtuit nemen.

Een aardig berkenlaantje ter zijde van den ruwen zandweg geeft ons zekerheid dat we niet verkeerd wandelen.

Wij blijven rechtuit gaan, den hier in schuine richting rechts afwijkenden weg voorbij[1]; slaan daarna links en onmiddellijk weer rechtsom, en komen dan op een zeer breeden, rechten weg ter wederzijde met kreupelhout bezet, aan 't einde waarvan wij een huis zien.

De open plek waar wij nu uitkomen herkennen wij als dezelfde waar we op onze vorige wandeling terecht kwamen (zie bladz. 84), en den weg naar het dorp vinden we dus nu van zelf.

We kunnen dan een goed uur nadat wij vertrokken terug zijn, zoodat het zeer goed mogelijk is dat men er nog wel gaarne een half uur meer aan wil geven.

Niets is eenvoudiger. In plaats van linksaf te gaan,

  1. Liefhebbers van in 't wild groeiende bloemen kunnen een mooi plekje vinden, als ze dien weg ter rechterzijde volgen, 't Is een breede rechte weg, die eindelijk in schuine richting rechts afgaat, daar waar hij zich met een rechten hoek ook naar links ombuigt. Hier ziet men ter rechterzijde een voetpad, dat zich een heel eind ver tusschen de velden uitstrekt. Aan weerszijden gras, met een zeer veel verscheidenheid opleverende flora. In Juni en Juli kan men daar honderden Orchideeën plukken en later in den zomer de fraai blauwe Gentianen. Ten langen leste komt het in beteelde landen uit, zoodat men langs hetzelfde pad moet terugkeeren.
    Nu behoeft men niet weer dien breeden zonnigen weg terug te nemen, maar kan men—en 't is ook verkieslijker—rechtuit gaan een vrij langen, deels beschaduwden zandweg, langs een paar boerderijen. Slaat men dan ten laatste linksom, zoo komt men weldra aan de groote dichte laan welke op die van de Lange steeg, bij Steenbergen uitloopt (zie bladz. 84).