Pagina:WitteHeinrichWandelBennekom1902.djvu/126

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
97
DE ZIJSELT.

Beuken bezet die hem beschaduwen; aan de andere zijde is hij open. Komen we nu, na dezen zoomweg een goed eind opgegaan te zijn, aan een zijweg links, dan lezen we op de hoeken dat hier het Zuiderbosch eindigt en het Bodegat begint.

Dezen weg volgen wij. Wel konden we rechtuit gaan, maar dan kwamen we spoedig op de hei, waar we nog niet wezen willen.

Wij volgen dezen weg, weldra langs een mooi beukenbosch, rechtuit, en krijgen dan ten laatste, na een paar krommingen links en rechts, de Zijselterlaan in 't oog, die, dwars over de hei, in N. Westelijke richting op den Arnhemschen straatweg uitloopt.

Zijn we deze laan, die een kwartier gaans lang is, bijna ten einde (op omstreeks het midden staat een bank) en bij het bosch aan onze linkerzijde gekomen, dan verlaten we haar, om een wandelpad op te gaan langs het bosch, en, nadat we ook hier een bank voorbijgingen, rechtsaf te gaan. We zijn nu op den Klinkenberg, waarover (ook door het bosch) verscheidene wandelpaden loopen.

Onze weg is rechtuit, maar we kunnen, het tweede pad rechts ingaande, wel eenige schreden omloopen. Dan zullen we enkele mooie, vrij staande Dennen zien, onder een van welke een omloopende bank is geplaatst. Op ieder uur van den dag kan men daar in de schaduw uitrusten.

Van deze bank gaan we dan weer linksaf naar het rechte pad dat wij verlieten, slaan spoedig linksom, wandelen een korte poos langs kreupelhout en komen dan op de hei, met een lang pad rechtuit, op en af, vóór ons.

Ook hier, op dit uitzichtspunt, staat een bank, terwijl