Pagina:WitteHeinrichWandelBennekom1902.djvu/127

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
98
DE ZIJSELT.

het pad rechts op ongeveer halverwege den straatweg van Ede naar 't Station uitkomt.

Wij verkiezen echter de hei, gaan den Klinkenberg af en dwars over een jonge beukenlaan; waarna het pad weer zeer gevoelig klimt, tot aan het hoogste punt bij de bank, die we nu herkennen als dezelfde, waarbij we ons aan 't begin onzer wandeling even hebben opgehouden, om het panorama te bewonderen dat zich hier vóór ons uitstrekt.

Dat zeer fraaie en ruime uitzicht genoten we nu reeds een heele poos, en 't is dáárom dat we thans aan de hei boven den straatweg de voorkeur gaven.

(Wil men dit niet en liever door Ede gaan, dan wandelt men de Zijselterlaan en den zandweg die er het einde van is geheel af, tot men op den Arnhemschen straatweg komt. Men is dan vandaar in een minuut of tien in het dorp).

Van dit hooge punt bij de bank gaan we nu natuurlijk rechtsaf, hetzelfde pad naar beneden, dat we straks zijn opgegaan en komen we dus weer bij het Station terecht.

Wandelt men onafgebroken door, zich een kwartier in het hooge, oude gedeelte van het Zandbosch ophoudende, dan is men na 2½ uur weer op dit uitgangspunt terug. Is het in den zomer wat warm, zoodat men een paar keeren wat uitrust, dan moet men er drie uren voor rekenen.

 

Een slotopmerking mag hier niet achterwege blijven.

Het hooge Zuiderbosch biedt een zeldzaam mooie gelegenheid voor een landelijke lunch of een vriendschappelijke pick nic.

Vertrekt men b.v. van Bennekom met den tram van ruim half elf, dan is men op zijn gemak een uur