Naar inhoud springen

Pagina:WitteHeinrichWandelBennekom1902.djvu/134

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
105
BOSCHBEEK EN KWADENOORD.

onaanzienlijke hoogte op, die we kunnen vermijden, zonder een omweg van beteekenis te maken.

We letten slechts op waar de steenen ingangspalen van den Keijenberg staan, even voor den ingang aan deze zijde van Ooster-Eng, en juist daar waar de weg begint te rijzen.

Wij zien nu een weg ter linkerzijde, slaan dien in, gaan een eenzame villa voorbij, vervolgens door een klein bosch en hebben dan maar een grasvlakte schuin over te steken om bij Nol in 't Bosch wat uit te rusten[1].

Wanneer wij nu weten dat we van Nol in 't Bosch langs het Papenpad in ¾ uur te Bennekom kunnen zijn[2], kunnen wij juist nagaan hoelang we hier mogen verblijven, om op een bepaalden tijd terug te wezen.

Wanneer men, waar allicht aanleiding toe is, zich onderweg nu en dan eenige oogenblikken ophoudt, kan men rekenen drie uren na het vertrek bij Nol in 't Bosch te komen. Voor een namiddagwandeling is het dus wel wat ver. Beter doet men er den voormiddag bij te nemen, en het dan zóó in te richten, dat men bij Nol blijft "koffiedrinken". Men heeft dan ruimte van tijd om uit te rusten en op zijn gemak naar Bennekom terug te wandelen.

't Zal een mooie, een goed besteedde dag zijn.

 

 
  1. Vergelijk de noot onder bladz. 61.
  2. Zie voor dezen weg in omgekeerde richting, het begin van de 11e wandeling.