Naar inhoud springen

Pagina:WitteHeinrichWandelBennekom1902.djvu/17

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
4
DE GRINTWEG.

enkele schreden verder, duiden weer twee steenen palen aan dat we hier, met den beschaduwden boschweg, ook Hoekelum verlaten. Men staat hier weer een oogenblik stil, om zoowel achter- als voorwaarts te zien, wijl men van dit punt alleen den weg van 't station naar het dorp in zijn geheele lengte overziet. De bij matigen gang twintig minuten gaans lange boschweg, met de heldere lichtstip aan het einde aan den éénen kant, de grootendeels opene, maar veel afwisseling biedende helder lichte weg tot aan het dorp; beiden schoon, maar van een geheel verschillend karakter.

Het uitzicht naar beide zijden is hier even verrassend als fraai. Geen onafzienbare vlakte, maar uitgestrekte roggevelden, afgewisseld door verspreid staande boerderijen of woningen, allen midden in kleinere of grootere boomgroepen gelegen, zoodat de daken meestal slechts stuksgewijze tusschen het groen te voorschijn komen. Rechts, op vrij grooten afstand een gesloten achtergrond van door groen geëncadreerde boerderijen, links, op verderen afstand een onafzienbare reeks, deels zich in nevel verliezende, donker groene dennenbosschen. Twee tableaux van grooten omvang en in landelijke schoonheid niet voor elkaar onderdoende.

Weer heeft men hier een beschaduwde gedeelte op een paar minuten afstands vóór zich liggen. Het zijn de villa's Fundator en Foresta (éen gebouw) en daaraan grenzende de groote zeer riante villa Del Burgo. Vlak tegenover deze laatste het nieuwe pension-hôtel Oud-Vossenhol[1], vroeger bekend als Raginhart.

Dit was een kwart-eeuw geleden de eenige villa aan dezen weg, toen bewoond door den Oud-Utrechtschen

  1. Zoo heette deze plek in vroegeren tijd.