gemakkelijk begrijpen dat men hier een heel eind afziet.
Toch kan er van een panorama, hoe uitgestrekt het gezicht ook is, hier moeilijk sprake zijn. Daarvoor is de hei te kaal, en strekt deze zich te ver uit, om de voorwerpen op den nevelachtigen achtergrond duidelijk te kunnen onderscheiden. Het is hier even als met het vergezicht op de hoogte van den Telefoonweg, trouwens het is dezelfde boomlooze hei.
Intusschen heeft het toch voor stadbewoners niet weinig aantrekkelijks, en blijft het een mooi eindpunt eener veel afwisseling gevende wandeling.
We zijn hier nu ongeveer drie kwartier van het dorp verwijderd, en keeren, Selterskamp verlatende, langs een heel anderen weg terug. De wegen zijn hier in alle richtingen zóó talrijk, dat men maar voor 't kiezen heeft.
Wanneer wij, van de bank afkomende, met den rug daar naar toe bij den wegwijzer gaan staan, bevinden wij ons op een kruispunt, wijl hier een wandelpad van Vreemdelingenverkeer den Bankweg rechthoekig snijdt.
Aan onze rechterhand loopt dit pad, over een zeer groote lengte naar het Noorden, op een dicht bosch aan. Daar komt het op den Telefoonweg uit. Wij waren er op onze vorige wandeling (zie bladz. 26). Op eenigen afstand van de plek waar we nu staan zien we eene vrij groote omrasterde, pas ontgonnen heivlakte. Dit is een proefveld van de Afdeeling Boschcultuur der Rijks Landbouwschool.
Onze weg voert linksaf, dus in Zuidelijke richting. Wij houden dit pad echter niet lang. Slechts tot daar, waar het hoogere dennenbosch begint, en waar we, ter rechterzijde, een pad zien, dat, langs den zoom van het bosch, recht naar het Westen loopt.
Dit pad af en op volgende, komen we aan een bank,