Naar inhoud springen

Pagina:WitteHeinrich DriekleurigeViooltje1875.djvu/128

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
110
ANNA.


nu en dan met hun huisheer en diens familie naar buiten, en de weken vlogen op deze wijze om, zonder dat er iets bijzonders voorviel.

In 't begin van Juli echter werd hare gezellin, waarschijnlijk tengevolge van de hitte, gedeeltelijk wellicht ook door de buitengewone vermoeienis, ongesteld, welke ongesteldheid zoozeer toenam, dat deze besloot ten spoedigste naar huis te vertrekken.

Het natuurlijk gevolg hiervan was, dat Anna alleen te Weenen bleef. De lieden, bij wie ze woonde, waren wèl en vriendelijk, maar de vrouw des huizes kon zich weinig met haar bemoeien, omdat ze nog verschillende andere bewoners had, en de man scheen—'t zelfde om welke reden—niet geneigd met haar uit te gaan.

Dat zij, levendig en opgewekt van aard, onder deze omstandigheid zich spoedig bij een andere vriendin had aangesloten, is licht te begrijpen; door deze, ook een vreemde, was ze, kort vóór dat voorval in de „Neue Welt," in kennis gekomen met nog een paar anderen, die in Weenen thuis behoorden, en goed—gelijk haar later bleek ál te