Pagina:WitteHeinrich DriekleurigeViooltje1875.djvu/53

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
35
DE FAMILIE STOLMAN.

even een glimlachje om zijn mond; bewijs genoeg, dat hij 't met hare zienswijs hierin niet eens was.

—Gij begrijpt niet, hernam zij, dat ik aan zulk een in uwe schatting dwazen indruk kan toegeven. Dit komt alleen, Ernst, omdat gij de bloemen met andere oogen aanziet dan ik. Gij kunt het ook niet begrijpen, als zulk een gewaarwording zich niet vanzelf aan u opdringt. Maar, wat ik u bidden mag, drijf er toch nimmer den spot mede; glimlach er zelf niet om, en denk niet dat zulke gewaarwordingen het uitvloeisel zijn van een ziekelijke overgevoeligheid. Ze zijn veeleer 't bewijs van ons leven in, van ons één zijn met de natuur, dat zich bij den één sterker openbaart dan bij den ander. Zulke gewaarwordingen zijn zóó aangenaam, zóó verkwikkend, dat ze in staat zijn om ons voor een wijle de zorgen en onaangenaamheden des levens te doen vergeten; dat ze tegen veel leed en teleurstellingen opwegen.

Ik weet zoo goed als een ander dat hierbij verbeelding in 't spel is; maar laat dit zoo zijn. De verbeelding is trouwens een gaaf, waarop we wel prijs mogen stellen, mits we maar op onze hoede