Naar inhoud springen

Pagina:Witte 1888 Wilde rozen.djvu/103

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
87
NATUUR EN KUNST IN DE TUINEN.

ééne kunst strekte dus tot aanmoediging van de andere.

Waar blijft men, als men onze tegenwoordige tuinen, uit dit oogpunt beschouwd, daarmede vergelijkt?

Wanneer men afbeeldingen van die tuinen, gelijk er in ons land velen waren, vóór zich heeft, kan men niet anders dan tot de erkenning komen, dat ze de uitdrukking zijn van hooge kunst, en, als men zich van een als met de moedermelk ingezogen vooroordeel kan vrijmaken, zal men er een smaak in herkennen, die heel wat meer aanspraak op den naam van „goed" heeft, dan vele scheppingen van onzen tijd.

Als men dan ook een der betrekkelijk weinigen die nog bestaan ziet, wordt men spoedig van dat vooroordeel genezen, en krijgt men achting, gevoelt men eerbied voor het genie dat ze voortbracht.

Er is niet veel bijzondere kennis voor noodig om er de hand van een kunstenaar, van een meester in te herkennen, voor wiens scheppingskracht wij het hoofd buigen.

Ga ik in mijne waardeering naar sommiger meening te ver? Ik geloof het niet, en ducht zelfs geen tegenspraak van wezenlijk zaakkundigen.

De eerste in dien stijl aangelegden en onderhouden tuin dien ik zag was de zoogenaamde „Französische Garten" te Herrenhausen, bij Hannover.

Tot op dien tijd had ook ik niets dan bespotting over voor die geschoren heggen, die rechte paden, die fonteinen, beelden, enz. Later zag ik ook anderen; waarvan het Park te Versailles zeker wel het voornaamste is, en kwamen mij vele teekeningen van groote parken, ook van buitenplaatsen en tuinen, uit dien tijd onder de oogen, en wat aanvankelijk slechts een losse meening was, werd weldra overtuiging, namelijk dat de tuinarchitectuur van weleer een zeer hoog standpunt