Pagina:Witte 1888 Wilde rozen.djvu/143

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
127
DE STRIJD OM HET BESTAAN.

Want dunkt u, Lezer, kunt ge u lieferijker voorstelling denken van een op zich zelf zeker alles behalve liefelijk feit? De schets van die idyllische episode uit het leven der lijsters is meesterlijk, juist om haren eenvoud; het verhaal van den ondergang der beide ouders en hun kinderen in den strijd om het bestaan aangrijpend, terwijl de schrijver—die zich geen „auteur" achtte—in zijn weinige slotwoorden (die wij spatiëerden) de rechtmatigheid der straks genoemde wet zelfs voor den minst ontwikkelde glashelder deed uitkomen.

Zeker het was treurig voor wie gevoelt, te zien hoe de vogels onder de trouwe zorg voor hun kroost, en tegelijk daarmede, moesten ondergaan in den strijd om het bestaan, maar dit neemt niet weg dat de rat volkomen in haar recht was, even goed als de lijster, wanneer zij de wormen tot voedsel harer jongen verzamelt; even goed als de kat, die straks de rat beloert, zonder wijsgeerig te vragen of zij, deze doodende, ook haar kroost aan hongerdood prijs geeft; even goed als wij, wanneer wij de kat aan onze luimen opofferen; even goed als de tijger, wanneer hij den achteloozen reiziger bespringt; even goed als de jager, die den tijger het doodend lood in het ingewand jaagt; even goed als de Nederlander, die den Javaan aan zijn macht onderwierp of, omgekeerd, als deze, die, zijn kans schoon ziende, zijn overweldiger aan zijn vrijheid ten offer brengt; even goed als....

Maar waar zouden wij eindigen, wilden wij op deze wijze voortgaan, daar immers overal in de levende natuur soortgelijke verschijnselen de waarheid van het straks gezegde bevestigen. Genoeg daarom hiervan, waar elk nader bewijs volkomen overbodig te achten is.

Vraagt men nu waarom ik dit onderwerp hier aanroerde waar ik toch meer bepaald het oog op het plantenrijk heb?