Pagina:Witte 1888 Wilde rozen.djvu/310

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
294
DE CACTUS-GROEP.

mate neemt de dikte-ontwikkeling van den stengel toe en wordt blijkbaar aan de bladeren een meer omdergeschikte rol toebedeeld, totdat deze bij een aantal soorten geheel verdwijnen.

Maar mag ook al, uit een morphologisch oogpunt beschouwd, het Wolfsmelk-geslacht niet minder belangrijk zijn dan de Cactus-groep, toch hebben deze overigens gemakkelijk te kweeken planten het nooit, of, zoo al, dan slechts bij uitzondering zoover kunnen brengen, dat zij bijzondere gunstelingen der liefhebbers werden; alleen in uitgebreide verzamelingen van succulenten of vetplanten kon men vroeger eenige der meest karakteristieke soorten vinden, die zich tegenwoordig geheel naar de botanische tuinen teruggetrokken hebben.

De reden dezer mindere ingenomenheid der liefhebbers is niet ver te zoeken. Eerstens toch zijn de Wolfsmelkplanten buitengewoon rijk aan een wit melksap[1], dat geen al te besten naam heeft, wijl het, in wonden en dus met het bloed in aanraking komende, zeer gevaarlijke, ja zelfs doodelijke uitwerkselen kan veroorzaken. Dit is voornamelijk met verschillende Cactus-vormige Zuid-Afrikaansche soorten het geval, zoodat men bij de behandeling dier planten, waarvan sommigen door de talrijke dorens nog al onhandelbaar zijn, zeer op zijn hoede moet wezen, en het mes, dat men daarbij gebruikt en aan 't welk onvermijdelijk dat giftige melksap blijft kleven, steeds moet mistrouwen. Dit nu is zeker geen sterke aanbeveling.

  1. Zulk melksap komt in vele planten voor, maar heeft dan ook verschillende eigenschappen. Het is o.a. het caoutchouk, dat door verschillende Indische boomen geleverd wordt, terwijl dat van een anderen boom in vele opzichten met dierlijke melk overeenkomt, en werkelijk ook als zoodanig wordt gebruikt.