Pagina:Witte 1888 Wilde rozen.djvu/313

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
297
DE CACTUS-GROEP.

losser en ook kleiner zijn dan die van vele Toorts-Cactussen.

Onder deze laatsten is de prachtig bloeiende Cereus speciosissimus zeker een der meest geliefden, gelijk dan ook haar naam, zij het ook wel wat al te sterk, hare verdienste uitdrukt [1].

Inderdaad, men behoeft geen enthousiast te zijn, om deze schitterende bloem te bewonderen. Op een stekelig vruchtbeginsel, dat aan een dikken, vleezigen bloemsteel doet denken rust een wijd uitgespreide bloemkroon, uit een groot aantal donkerroode bloembladeren bestaande. Van buiten aan den voet bevinden zich enkele kleineren, gaandeweg naar beneden toe kleiner wordende, waarin een groene tint ligt, en die duidelijk op een geleidelijken overgang van kelk- tot bloembladeren wijzen.

Maar schitterend in den ruimsten zin des woords is deze bloem van binnen, door den heerlijk blauwen gloed, die over de binnenste bloembladeren verspreid ligt.

Zeer talrijk zijn de meeldraden, welker lange helmdraadjes aan den voet lichtgroen, over het midden purper en naar den top toe wit zijn, terwijl de helmknopjes reeds spoedig na het opengaan der bloem zich openen, om zich van een massa wit stuifmeel te ontlasten.

Aanvankelijk liggen de meeldraden allen opeengehoopt, maar naarmate de bloei vordert richten zij zich ten deele op, om eindelijk een regelmatigen krans te vormen langs den bovenwand der bloem. Dan wordt ook de in een aantal slippen verdeelde stempel, die eerst tusschen de helmknopjes verscholen lag, maar zich nu verlengt, duidelijker zichtbaar,

  1. Speciosus beteekent schoon; speciosissimus is daarvan de superlatief en wil dus zeggen de schoonste. Intusschen wordt de bloem in schoonheid door sommige andere soorten nog overtroffen