tulp gelijk, binnen welke, evenals in de straks vermelde bloem, de talrijke meeldraden aanvankelijk allen een liggende houding hebben, om zich weldra op te richten en zich in de rondte tegen de breede, witte bloembladeren aan te leggen. Het geheel gelijkt dan een zon, waarvan de witte bloemkroon het lichtgevend lichaam is, en de gele kelkbladeren de naar alle zijden uitgeworpen stralen zijn.
Een heerlijke, zachte vanieljegeur vult, spoedig nadat de bloem zich opende, de ruimte waarin de plant geplaatst is. Wanneer men die bloem bij een mat kunstmatig licht ziet, is de indruk overmeesterend, plechtig zelfs; een oogenblik uit men zijn opgetogenheid, maar daarna staart men zwijgend dit wonder der Natuur aan. Hier wekt het schoone eerbied, meer zelfs nog dan bewondering.
Zij, die gelegenheid hebben om deze bloem in hare snelle ontwikkeling te volgen, zullen er een gestadige verandering aan bespeuren, evenals dit b.v. met die der Victoria regia in den tweeden namiddag het geval is, maar toch anders en niet minder schoon, niet minder verrassend.
Tusschen het zich langzaam openen der knop, het naar buiten wijken der kelkbladeren en het oogenblik dat deze volkomen uitgespreid zijn, verloopen niet meer dan twee à drie uren; zoodat men, bij opmerkzame beschouwing der kelkbladeren, deze zich kan zien bewegen.
Nog spoediger echter veranderen de meeldraden van richting, zoodat weldra een deel van die, welke aanvankelijk op de onderste bloembladeren rustten, zich naar de bovenste toe wenden, tot ze ten laatste allen, na aanvankelijk als op een hoop gelegen te hebben, een geregelden krans vormen binnen de zuiver witte bloemkroon.
Heerlijk moet het gezicht zijn, wanneer deze plant in de