Staatsregeling van de Nederlandse Antillen/Zesde hoofdstuk

Uit Wikisource
< Staatsregeling van de Nederlandse Antillen/Vijfde hoofdstuk Staatsregeling van de Nederlandse Antillen/Zesde hoofdstuk Staatsregeling van de Nederlandse Antillen/Zevende hoofdstuk >


ZESDE HOOFDSTUK

De plaatselijke gemeenschap

Art. 94. Binnen een eilandgebied kunnen zelfstandige plaatselijke gemeenschappen worden ingesteld. De instelling geschiedt bij eilandsverordening.

Art. 95. 1. Aan de gemeenschappen wordt bij eilandsverordening de regeling van eigen huishouding opgedragen, met inachtneming van de bepalingen van deze Staatsregeling.

2. De samenstelling, de inrichting, de taak, de bevoegdheden en de verplichtingen van de besturen dier gemeenschappen worden, evenals al hetgeen nodig is om de ordelijke werking van het ingesteld zelfstandig bestuur te verzekeren, bij eilandsverordening geregeld.

3. Aan die besturen kan worden opgedragen hun medewerking te verlenen aan de uitvoering van wettelijke regelingen als bedoeld in artikel 2.

4. Wanneer de regeling en het beheer van de huishouding ener gemeenschap door haar bestuur grovelijk worden verwaarloosd, kan bij eilandsverordening worden bepaald, dat, en hoe, in het bestuur der gemeenschap op andere wijze zal worden voorzien.

5. De besturen zijn bevoegd, ter bestrijding van de huishoudelijke uitgaven der gemeenschap, eigen belastingen te heffen en leningen aan te gaan, volgens regelen bij eilandsverordening gesteld.

6. Aan de besturen kan de bevoegdheid worden verleend, elk voor zoveel zijn bestuursgebied aangaat, keuren of reglementen uit te vaardigen. In die keuren en reglementen kunnen geen andere straffen bedreigd worden dan met inachtneming van regelen, bij eilandsverordening gesteld.

7. Tenzij daartoe vrijheid is gegeven, mogen keuren en reglementen geen bepalingen inhouden omtrent punten, waarin voorzien is bij wettelijke regelingen als bedoeld in artikel 22, onder 1, 2, 3 en 4, alsmede bij wettelijke regelingen van een eilandgebied, voor zover het betreft een gemeenschap in dat eilandgebied.

8. De bepalingen van een keur of reglement, in welker onderwerp wordt voorzien bij een wettelijke regeling als in het zevende lid bedoeld, vervallen op het ogenblik, dat zodanige regeling begint te werken.

9. Bij eilandsverordening worden regelen gesteld aangaande het toezicht, waaraan de keuren en reglementen vóór of na hun afkondiging zijn onderworpen, hun inwerkingtreding en hun verbindbaarheid.

10. De besluiten der besturen, hun keuren en reglementen, kunnen, op grond van strijd met wettelijke regelingen of met het algemeen belang, worden geschorst en vernietigd, op de wijze bij eilandsverordening bepaald.

Art. 96. Wanneer vertegenwoordigende lichamen worden ingesteld, zijn de bepalingen van het vijfde lid van artikel 91 van overeenkomstige toepassing.