Verdrag van Genève voor de verbetering van het lot der gewonden bij de legers te velde in oorlogstijd
Verdrag van Genève voor de gewonden van 1864 | |
Type | Multilateraal |
Ondertekening | 22 augustus 1864 in Genève |
Brontaal | Frans |
Vertaling | Officiële Nederlandse |
Vervangen door | Verdrag van Genève voor de gewonden en zieken van 1906 |
Leden | 57 |
Bron | Rodekruis.nl |
Auteursrecht | Publiek domein |
Meer over Verdrag van Genève voor de gewonden van 1864 op Wikipedia |
Verdrag van Genève voor de verbetering van het lot der gewonden bij de legers te velde in oorlogstijd
[bewerken]Genève, 22 augustus 1864
(Aanduiding van de verdragsluitende Mogendheden)
Gelijkelijk bezield met den wensch om, zooveel van hen afhangt, de onafscheidelijk aan den oorlog verbonden rampen te verzachten, wat onnoodig gestreng is weg te nemen en het lot der op het slagveld gewonde krijglieden te verbeteren, hebben besloten te dien einde eene overeenkomst te sluiten, en hebben tot hunne gevolmagtigden benoemd, te weten:
(volgen de namen der gevolmachtigden);
Welke, na uitwisseling hunner wederzijdsche volmagten, die in goede en behoorlijke orde zijn bevonden, omtrent de volgende artikelen zijn overeengekomen:
Artikel 1
De ambulances en militaire hospitalen zullen als onzijdig erkend worden, en als zoodanig door de oorlogvoerenden worden beschermd en geëerbiedigd, zoolang zich daarin zieken of gewonden bevinden.
De onzijdigheid zou ophouden, indien die ambulances of hospitalen door eene krijgsmacht wierden bewaakt.
Artikel 2 Het personeel der hospitalen en ambulances, waaronder begrepen zijn de intendance, de geneeskundige dienst, de administratie en de dienst voor het vervoer der gewonden, alsmede de aalmoezeniers, zal in het genot der onzijdigheid deelen, wanneer het in de uitoefening zijner bediening is en zoolang er gewonden weg te dragen of te helpen zullen zijn.
Artikel 3 De personen, bedoeld bij het vorig artikel, zullen zelfs na de bezetting door den vijand kunnen voortgaan hunne dienst te doen in het hospitaal of de ambulance waarbij zij aangesteld zijn, of zich kunnen verwijderen, om zich bij het corps te voegen waartoe zij behooren. In die omstandigheden, wanneer die personen hunne dienstverrigtingen zullen staken, zullen zij aan de vijandelijke voorposten overgegeven worden door de zorgen van het bezettingsleger.
Artikel 4
Het materieel der militaire hospitalen aan den wetten van den oorlog onderworpen blijvende, zoo zullen de personen aan die hospitalen verbonden, wanneer zij zich verwijderen, slechts die voorwerpen mogen medenemen, die hun bijzonder eigendom zijn.
Daarentegen zal de ambulance, in dezelfde omstandigheden verkeerende, haar materieel behouden.
Artikel 5
De inwoners van het land, die hulp aan gewonden zullen verstrekken, zullen worden geëerbiedigd en vrij blijven.
De generaals der oorlogvoerende mogendheden zullen in last hebben de inwoners te verwittigen van het beroep, ’t welk op hunne menschlievendheid wordt gedaan, en van de onzijdigheid, die er het gevolg van zal zijn.
Ieder gewonde, in eene woning opgenomen en verpleegd, zal dan deze tot vrijwaring strekken. De bewoner, die gewonden bij zich zal hebben opgenomen, zal worden vrijgesteld van de huisvesting van troepen, alsmede van een deel der oorlogslasten, die mogten worden opgelegd.
Artikel 6
De gewonde of zieke militairen zullen worden opgenomen en verpleegd, zonder onderscheid van nationaliteit. De opperbevelhebbers zullen de bevoegdheid hebben om de krijgslieden, die gedurende den strijd gewond zijn, terstond aan de vijandelijke voorposten over te geven, wanneer de omstandigheden dit toelaten, en behoudens de toestemming der beide partijen.
Zij, die na hunne genezing ongeschikt voor de dienst zullen bevonden worden, zullen naar hun land worden terug gezonden.
De anderen zullen eveneens kunnen teruggezonden worden, op voorwaarde van de wapens gedurende den oorlog niet weder op te vatten.
De ontruimingen en het personeel, daarmede belast, zullen door eene volstrekte onzijdigheid worden gedekt.
Artikel 7
Eene gelijkvormige vlag zal ter onderscheiding worden aangenomen voor de hospitalen, ambulances en ontruimingen.
Deze zal in elk geval van de nationale vlag moeten vergezeld zijn.
Eveneens zal eene armplaat voor het onzijdig verklaarde personeel worden aangenomen, waarvan evenwel de uitreiking aan de militaire overheid zal worden overgelaten.
De vlag en de armplaat zullen een rood kruis vertoonen om een witten grond.
Artikel 8 De bijzonderheden van uitvoering dezer overeenkomst zullen door de opperbevelhebbers der oorlogsvoerende legers worden geregeld naar de voorschriften hunner respectieve Regeringen, overeenkomstig de algemeene beginselen in deze overeenkomst uitgedrukt.
Artikel 9 De Hooge contracterende Partijen zijn overeengekomen deze overeenkomst ter kennis te brengen van de Regeringen, die geene gevolmagtigden hebben kunnen zenden naar de internationale conferentie te Genève, met verzoek om daaraan toe te treden; te dien einde is het protocol opengelaten.
Artikel 10 De tegenwoordige overeenkomst zal worden bekrachtigd en de acten van bekrachtiging zullen worden uigewisseld te Bern, binnen vier maanden of zoo mogelijk vroeger.
Ter oirkonde waarvan de respectieve gevolmagtigden deze onderteekend en met hun zegel voorzien hebben.
Gedaan te Genève, den 22sten Augustus van het jaar duizend acht honderd en vier en zestig.