Verklaring houdende verbod van het werpen van projectielen of ontplofbare stoffen uit ballons of op dergelijke nieuwe wijzen
Eerste Verklaring van Den Haag 1899 | |
Type | Multilateraal |
Ondertekening | 29 juli 1899 in 's-Gravenhage |
Inwerkingtreding | 4 september 1900 |
Brontaal | Frans |
Vertaling | Officiële Nederlandse |
Vervangen door | Verklaring nopens het verbod om projectielen en ontplofbare stoffen uit ballons te werpen |
Leden | 24 |
Bron | Rodekruis.nl |
Auteursrecht | Publiek domein |
Meer over Eerste Verklaring van Den Haag 1899 op Wikipedia |
Verklaring houdende verbod van het werpen van projectielen of ontplofbare stoffen uit ballons of op dergelijke nieuwe wijzen
Den Haag, 29 juli 1899
De ondergeteekenden, Gevolmachtigden der Mogendheden vertegenwoordigd op de Internationale Vredesconferentie te ’s Gravenhage, te dien einde door hunne Regeeringen behoorlijk gemachtigd, geleid door de gevoelens, welke hunne uiting hebben gevonden in de verklaring van St. Petersburg van 29 November – 11 December 1868,
Verklaren:
De contracteerende Mogendheden stemmen, voor een tijdperk van vijf jaren, toe in het verbod om, uit ballons of op andere dergelijke nieuwe wijzen, projectielen en ontplofbare stoffen te werpen. Deze verklaring is slechts verbindend voor de contracteerende Staten, in geval van oorlog tusschen twee of meer hunner.
Zij houdt op verbindend te zijn, zoodra in een oorlog tusschen contracteerende Mogendheden, eene niet contracteerende Mogendheid zich mocht aansluiten aan een der oorlogvoerenden.
Deze verklaring zal zoo spoedig doenlijk worden bekrachtigd.
De akten van bekrachtiging zullen worden nedergelegd te ‘s Gravenhage.
Van de nederlegging van iedere akte van bekrachtiging zal een proces-verbaal worden opgemaakt, waarvan een gewaarmerkte afdruk langs diplomatieken weg zal worden overgemaakt aan alle contracteerende Mogendheden.
De Mogendheden, die niet onderteekend hebben, kunnen tot deze Verklaring toetreden. Zij hebben, te dien einde, hunne toetreding kenbaar te maken aan de contracteerende Mogendheden, door middel eener geschreven kennisgeving, gericht aan de Regeering der Nederlanden en door deze medegedeeld aan al de andere contracteerende Mogendheden.
Bijaldien eene der Hooge contracteerende Partijen deze Verklaring mocht opzeggen, zal die opzegging eerst werken één jaar na de schriftelijke kennisgeving aan de Regeering der Nederlanden, welke door deze onmiddellijk wordt medegedeeld aan al de andere contracteerende Mogendheden.
Die opzegging werkt slechts zijn ten opzichte van de Mogendheid, welke haar heeft gedaan.
Ter oorkonde waarvan de Gevolmachtigden deze verklaring hebben onderteekend en van hunne zegels voorzien.
Gedaan te ’s Gravenhage den 29 Juli 1899, in enkelvoudig exemplaar, dat nedergelegd zal blijven in de archieven der Nederlandsche Regeering en waarvan gewaarmerkte afdrukken langs diplomatieken weg zullen worden toegezonden aan de contracteerende Mogendheden.