Het Vaderland/Jaargang 55/30 januari 1923/Ochtendblad/Dada

Uit Wikisource
(Doorverwezen vanaf Anoniem/Dada/2)
Dada
Auteur(s) Anoniem
Datum Dinsdag 30 januari 1923
Titel Dada
Krant Het Vaderland
Jg, nr 55, ?
Editie, pg Ochtendblad, 3
Opmerkingen Theo van Doesburg vermeld als Th. van Doesburg; bevat citaten van Charivarius
Genre(s) Proza
Brontaal Nederlands
Bron kranten.kb.nl
Auteursrecht Publiek domein

DADA.


      Charivarius tokkelt in de Amsterdammer een Serenade, nieuw-dadaïstisch rijm, opgedragen aan den schranderen schilder Th. van Doesburg”, wiens woord: „Dada is een ladder zonder sporten” het vers inleidt.
      Eerst krijgen we een toelichting van het geval: „De 17-jarige burchtvrouw Kunigond, groengelokt en met prachtige geribde oogen is ingesluimerd op een telegraafdraad. Ridder Deodaat staat, met zijn kunstgebit in de eene en een driesnijdend zwaard in de andere hand, op het linker voorwiel van den electrischen trein, die dwars er onder door achteruit snelt. Pikzwarte stoom verdwijnt in de veiligheidsklep, en Deodaat fluit, tokkelend op een mondharmonica, terwijl hem het klamme angstzweet tegen de wangen opkronkelt. Kunigond tweestemmig toe:” — volgt het ruizerijm, waarvan we een paar strofen overnemen:
            O, Kunigond! O, Kunigond!
            Heel mijn genezen minnewoord!
            Ontwaak, zoodat uw boezem ziet,
            Den drieklank van mijn liefdelied!
            De smartgeur van mijn grooten teen
            Juicht door den nacht der eeuwen heen.

            O, Kunigond! O, Kunigond!
            Slaap door, en kijk terwijl in ’t rond:
            Ziet, hoe de heete regen schijnt,
            Hoe druipend kil de zon verdwijnt,
            De krijtrots ruischt, de beek verwelkt,
            Terwijl de boer zijn kiekens melkt.
      Zoo volgen er nog zes.

Overige vindplaatsen[bewerken]

  • Charivarius (27 januari 1923) ‘Serenade’, De Amsterdammer, nr. 2379, p. 2.
  • Anoniem en Charivarius (30 januari 1923) ‘Een dadaïstische „Serenade”’, De Zeeuw, [p. 3].
  • Anoniem en Charivarius (31 januari 1923) ‘Een Dadaïstische „serenade”’, De Tijd, tweede blad, [p. 3].
  • Anoniem en Charicarius [sic] (1 februari 1923) ‘Dada’, Dagblad van Noord-Brabant, eerste blad [p. 2] (gedeeltelijk).
  • Anoniem en Charivarius (1 februari 1923) ‘Een Dadaïstische „serenade”’, De Amstelbode, Tweede Blad, [p. 2].
  • Anoniem en Charivarius (2 februari 1923) ‘Een Dadaistische „serenade”’, Limburgsch Dagblad, [p. 2].
  • Anoniem en Charivarius (3 februari 1923) ‘Een Dadaistische „serenade”’, Eindhovensch Dagblad, tweede blad, [p. 1].
  • Anoniem en Charivarius (5 februari 1923) ‘Dada’, De Grondwet, [p. 3].
  • Anoniem en Charivarius (6 februari 1923) ‘Een Dadaïstische „serenade”’, Nieuwe Tilburgsche Courant, Tweede Blad, [p. 2].
  • Anoniem en Charivarius (8 februari 1923) ‘Dadaïstische spijkers’, Voorwaarts, tweede blad, [p. 2].
  • Anoniem en Charivarius (8 februari 1923) ‘Een Dadaistische „serenade”’, Overijsselsch Dagblad, [eerste blad, p. 1].
  • Anoniem en Charivarius (17 februari 1923) ‘Een dadaistische „Serenade!”’, Maas- en Scheldebode, Eerste Blad, [p. 2].
  • Anoniem en Charivarius (27 februari 1923) ‘Serenade’, Bataviaasch Nieuwsblad, tweede blad, [p. 4].
  • Anoniem en Charivarius (27 februari 1923) ‘Serenade’, De Sumatra Post, tweede blad, [p. 1].
  • Anoniem en Charivarius (3 maart 1923) ‘Een da-daïstische Serenade’, Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië, Vierde Blad, [p. 1].
  • Anoniem en Charivarius (3 maart 1923) ‘Serenade’, De Preangerbode, Avond-editie, derde blad, [p. 1].