Naar inhoud springen

De Génestet/Benjamin – af

Uit Wikisource
Kijkje in het leven De dichtwerken van P.A. de Génestet (1877) door P.A. de Génestet

Benjamin – af

Drie paren en één
Uitgegeven in Amsterdam door Gebroeders Kraay.
[ 264 ]
 

BENJAMIN — AF



Haast ben je niet meer Benjamin,
Dan neemt een ander je plaatsje in,
  Mijn lieve, kleine jongen!
Dan zet je moeder je neer op de grond,
Dan zegt je vader: loop heen, loop rond –
  Je wordt door een aapje verdrongen.

Haast ben je niet meer Benjamin
Dan krijg je niet altoos meer je zin,
  En moogt je fortuin gaan zoeken,
Dan eet er een ander de kaas van je brood,
Dan heerscht er een ander op moeders schoot –
  Een koninkje in linnen doeken.

Dan sta je gelijk, jij, met je andere broêrs,
En maak je spektakel, men noemt u jaloersch,
  Men lacht om uw gramschap, klein wichtje!
Dan, wie er je soms nog beschermen moog –
Een ander heeft ieders hart en oog,
  In spijt van je lieve gezichtje?

[ 265 ]
Ja, haast ben je niet meer Benjamin,
Je rijk heeft uit en een nieuw neemt begin,
  Zoo gaat het met de aardsche rijken!
’t Is goed dat je dit nu maar vroeg ondervindt:
Het loopt in de wereld niet anders, lief kind!
  Dat zal je licht later blijken.

Eerst wordt je vertroeteld, eerst ben je de man!
Maar denk je, dat het lang duren kan?
  Wel neen, slechts een poosje, mijn baasje!
Dan komt er een wolkjen in ’t verschiet....
Dan komt er een aapje, dat je eerst niet ziet....
  Hij schreeuwt en zit op je plaatsje!