De Génestet/Terugblik

Uit Wikisource

[ 179 ]

TERUGBLIK



Wat wij wenschen, willen, streven,
  Hooger geest gebiedt.
Vrije mensch, uw weg, uw leven
  Maakt ge u-zelven niet.
’s Aadlaars vlucht heeft vaste perken,
Waar hij henen schiet,
De Almacht neigt den wil des sterken
  Als de wind het riet.

Leg den grond voor – luchtpaleizen!
  Op der plannen kaart
Merk den weg, dien gij zult reizen
  Wijd en schoon is de aard!
Kies uw lot en zoek uw wegen,
  Bij uw eigen licht!....
Maar verwacht een God van zegen, Die uw gangen richt!

Om ons, in ons werkt en fluistert
  Hooger geest en macht,
Die ons stuwt en buigt en kluistert
  Met geheime kracht.
’t Leven is vol wonderwoorden,
  Ruischende uit de vert’,
En onzichtbre liefdekoorden
  Trekken ’t menschenhart.

[ 180 ]
Laat de knaap in ’t leven stormen
  Met zijn vrijheidsleus,
Wanen zich tot man te vormen
  Naar zijn fiere keus –
Straks komt daar een uur in ’t leven,
  Dat de mensch zich vraag:
Wie zijn weg stiert en zijn streven?
  Wie hem leidt en draagt?

Over ’t land van zijn verleden
  Slaat de zwerver ’t oog
In gepeinzen en gebeden
  Vaart zijn geest omhoog
Wie toch heeft zijn slingerpaden
  Naar zijn haard geleid?
Uit zijn droomen en zijn daden
  Wie dees vrucht bereid?

In zijn vaart, wie hield hem tegen,
  Met een stroohalm? Wie,
In een uur van smart of zegen,
  Boog zijn hart, zijn knie?
Wie heeft bergen weggeschoven
  Voor zijn matten voet?
Wie tot hopen en gelooven
  Kneedde zijn gemoed?

Speelden onbekende machten
  Met zijn hart, zijn lot?
Of wel leidden hem gedachten
  Van een zeegnend God?
O, wie schept de omstandigheden?
  Wie het toeval ? Wie
Uit verwarring – orde, vrede,
  Licht en harmonie?

Levensraadslen, die ons jagen,
  Zalig, die het woord,
’t Antwoord op uw groote vragen
  In zijn leven hoort!
[ 181 ]Almacht, Liefde, Trouw, Genade,
  Zalig, die uw hand
Ziet of weet op al zijn paden
  In het vreemde land.

 D., 1854.