Naar inhoud springen

Gezelle/Octoberboomen

Uit Wikisource
Perels Laatste verzen (1901) door Guido Gezelle

Octoberboomen

Imber Abiit
Uitgegeven in Antwerpen — Gent door De Nederlandsche Boekhandel.

[ 15 ]

OCTOBERBOOMEN.



Hoe schoone, och, hoe veel schoonder is,
  al moete 't nu gaan sterven
eer langen tijd van hier, hoe schoon,
  en schoonder duizendwerven,
als vroeger, 't najaarsch loofgewas,
wanneer het lente en zomer was.

't Is lief en lustig, diepe nu
  en dóór den bosch te dwalen;
te zien hoe de oude boomen al
  hunne oude schoonheid halen
te schranken uit! wat tijd beleeft
gij, vrienden, die zoo'n vreugde u geeft

Verlangt gij, zoo de ziel verlangt,
  die, vrij van alle schulden,
van monde vaart ten hemel, en,
  verlost van 't eeuwig dulden,
het leven, in dit tranendal,
nu, ketenloos, verlaten zal?
[ 16 ]Is daarom al uw loof zoo lief
  gepint? zijn al uw' blaren
veranderd in een bruiloftkleed,
  om eindlijk heen te varen
te ruste? stervend najaarblad
Octoberboomen, leert mij dat!


15/10 '95.