Gorter/Gij zijt een bloem, een lichte roode bloem
Uiterlijk
< Gorter
← De lucht was geel als geele chrysanthemen | Verzen van Gorter (1890) door Herman Gorter | In de stilte van de stad → |
Uitgegeven in Amsterdam door W. Versluys. |
[ 66 ]
Gij zijt een bloem, een lichte roode bloem
in donkre kamer 's nachts, een bloem, een bloem —
vèr om der stede opschokkend gedoem,
dicht om der stilte suiskokend gesoem —
een lichte roode bloem, een witte bloem.
in donkre kamer 's nachts, een bloem, een bloem —
vèr om der stede opschokkend gedoem,
dicht om der stilte suiskokend gesoem —
een lichte roode bloem, een witte bloem.
Gij zijt mijn hart, mijn eenzaam levend hart,
de daden van mijn lijf slaan rondom hard ,
wreed klaterende stem veinst vreugd en smart, —
bliksemt mijn lijf, maar binnen is 't al-zwart —
eenzaam in mij leeft gij, mijn levend hart.
de daden van mijn lijf slaan rondom hard ,
wreed klaterende stem veinst vreugd en smart, —
bliksemt mijn lijf, maar binnen is 't al-zwart —
eenzaam in mij leeft gij, mijn levend hart.
Gij zijt zoo donker en toch vlak bij mij —
een bloem voor oogen en een hart in mij —
ik zoek te zeggen hoe 'k verlangen lij.
een bloem voor oogen en een hart in mij —
ik zoek te zeggen hoe 'k verlangen lij.