Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants/Tranquillita (1)

Uit Wikisource
Con­ten­to Amo­ro­so. Min­lijck Ge­noe­gen Tran­quil­li­ta. Ge­rust­heyt’ door Ce­sa­re Ri­pa Tran­quil­li­ta. Ge­rust­heyt
Afkomstig uit Cesare Ripa et al. (1644) Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants, Amstelredam: Dirck Pietersz Pers, p. 160. Publiek domein.
[ 160 ]

Tranquillita. Geruſtheyt.

EEn Vrouwe met een vrolijck geſicht, houdende met beyde handen het Vogelken Alcion, ’t welck in ſijn neſt ſtaet, en een ander Vogel vlieght rontom ſijn hoofd.
Deſe Vogelkens maecken haer neſt, met ſonderlinge konſt aen den Oever van de Zee, want zy vergaederen beentjens en graetjens, doch met ſoodaenigen konſt in malkanderen gevlochten en geſterckt, datſe verſeeckert zijn voor een ſteeck van een rapier, en is op de maniere als een Koewoerde, hebbende alleen een kleyn gaetjen, waer door het met moeyte uyt en in gaet. Dit was by de Oude Egyptenaers voor de Geruſtheyt geſtelt, want door een natuyrlijcke inſtortinge kent het de tijden en het maeckt ſijn neſt, wanneer het ſiet dat het veele dagen achter malkanderen ſal ſtil en ſchoon weder zijn. Daerom de Romeynen hier van de gelijckniſſe nemende, hebben dieſelve genaemt, de Alcioniſche dagen, in welcke het niet geoorloft was in ’t Recht te gaen noch te pleyten, zijnde een tijd die by ons Vacantie geheeten wort.