In en om Valkenburg (1890)/1
← Opdracht | In en om Valkenburg (1890) door Heinrich Witte | Waarom naar Valkenburg? → |
Uitgegeven in Leiden door E.J. Brill. |
VOORREDE
VOOR DEN TWEEDEN DRUK.
Ofschoon het aantal bladzijden van dezen herdruk ongeveer gelijk is aan dat van de eerste uitgave, mag deze tweede toch niet alleen een geheel omgewerkte, maar ook een vermeerderde heeten.
Toen ik, nadat dit boekje verschenen was, elken zomer, soms zelfs tweemaal, eenige dagen naar deze zoo aantrekkelijke streek toog, en de omstreken van Valkenburg doorwandelde, bleek mij spoedig dat verscheidene wandelingen niet vermeld waren, die toch niet onvermeld mochten blijven, zoodat ik besloot, om, mocht een herdruk noodig worden, daarin te voorzien.
Tot mijn wezenlijke voldoening vernam ik in den vorigen zomer, juist nadat ik weer een dag of wat met een mijner vrienden daar had doorgebracht, dat het boekje uitverkocht en een herdruk wenschelijk was.
Dit noopte mij er in September andermaal heen te gaan, thans met het bepaalde doel om van een en ander nog eens goed notitie te nemen. Te meer kwam mij dit wenschelijk voor, daar ook de toevoeging van een kaart mij noodig scheen, en de daarop aan te geven wandelwegen vooraf nauwkeurig moesten gevolgd worden.
[ Voorrede ]Hiervoor nu ben ik veel dank verschuldigd aan mijn vriend, Jhr. L.J. Quarles van Ufford, le Luitenant bij de Hussaren, die, tijdelijk op non-activiteit, in de wandelingen aldaar een goed middel meende te zien tot herstel zijner gezondheid, en gaarne de teekening en de verdere zorg voor de beide kaarten, die van de omstreken en die van Valkenburg zelf, op zich nam.
De eerste werd vervaardigd naar de stafkaart, met zulke wijzigingen, als voor dat doel noodig schenen, terwijl voor die van het stadje de kadastrale kaart als hulpmiddel diende.
Ik neem deze gelegenheid waar, om den heer quarles van ufford voor de vele moeite en de zorg die hij zich daarvoor gaarne getroostte hier openlijk te bedanken.
Wat de inrichting van het boekje betreft, zij hier opgemerkt, dat ik er alles uit liet vervallen wat niet bepaald op de wandelingen betrekking heeft. Daar er werkelijk veel meer in moest worden opgenomen, en het boekje, met het oog op den prijs, toch niet uitgebreider mocht worden, en ik er bovendien de kaarten bij wenschte, achtte ik het 't beste er het hybridische karakter van half als gids en half voor lektuur ingericht te zijn aan te ontnemen, en het geheel als „wandelgids" in te richten. Ik meen te mogen gelooven dat het daardoor voor het gebruik veel zal gewonnen hebben.
Heeft de eerste uitgaaf er zeker niet weinig toe bijgedragen om de opmerkzaamheid van zeer velen in Nederland op Zuid-Limburg te vestigen, deze nieuwe uitgave moge voor menig bezoeker een niet onwelkome en nuttige gids zijn.
Leiden, December 1889.