In en om Valkenburg (1890)/10
← De Schaesberg — Schin op Geul | In en om Valkenburg (1890) door Heinrich Witte | Ravensbosch → |
Uitgegeven in Leiden door E.J. Brill. |
OUD-VALKENBURG.
Wanneer we van Schin op Geul, de brug overgaan en den grooten rijksweg volgen, bereiken we, na een paar krommingen, spoedig de eerste huizen van het gehucht Strucht, welks meest alleenstaande huizen zich over een vrij groote lengte ter wederzijde van den weg, tot bij Oud-Valkenburg uitstrekken.
Veel bijzonders levert deze weg niet op, en we kunnen niet nalaten onze verwondering te uiten over het verschil in smaak, hetwelk zeker aanleiding gaf dat hier meest alle huizen aan den weg deuren- en vensterlooze gevels—blinde muren dus—hebben.
Na een kwartier zijn we bij tol 1., het welbekende en door hen, die te Valkenburg verblijven, zeer gezochte café de "Geul-Vallei" van J.J. Cruijen, alwaar "Shoen Anneke", de niet onbevallige en stoere dochter des huizes, steeds het voornaamste aantrekkingspunt is.
Slechts weinige schreden verder staan we voor de kerk van Oud-Valkenburg, die zich door niets bijzonders kenmerkt, of het moest zijn door den monumentalen Lindeboom, die er vlak bij staat, en [ 54 ]dien we niet kunnen nalaten terloops even te bewonderen,
Hier, bij die Linde, dus juist naast de kerk, is de laan, die met een bocht naar het kasteel Pelser voert. Dit indrukwekkende gebouw te zien, loont de moeite van dien kleinen omweg in ruime mate. Het is tegenwoordig eigendom van den baron de Pelser-Berensberg, en heeft dan ook pas in lateren tijd zijn tegenwoordigen naam gekregen. Craandijk zegt dat het reeds in 1244 "Oud-Valkenburg" heette, later echter lang onder den naam "Genhuis" bekend was.
Dat dit kasteel derhalve in de geschiedenis van Limburg van beteekenis is, valt niet te betwijfelen; wij duiken echter de daarop betrekking hebbende bijzonderheden thans niet op, maar stellen ons voor het oogenblik met de beschouwing van dit klassieke gebouw, dat natuurlijk rondom in het water ligt, terwijl een zware, oploopende steenen brug naar den ingang voert, tevreden. Ook een verzoek om het van binnen te zien wordt, naar men beweert, door den eigenaar gaarne toegestaan.
Was dit gebouw reeds in 1244 als Oud-Valkenburg bekend, dan is het zeker niet gewaagd aan te nemen, dat het van het begin der dertiende eeuw dagteekent, en het alzoo, ten deele althans, ongeveer zeven eeuwen oud is. De kolossale vierkante toren met zijn korte spits, die maar juist boven de omringende boomen uitsteekt, getuigt zeker van hoogen ouderdom. Toch is er aan dit kasteel niets vervallen; 't ziet er oud, zeer oud zelfs, uit, maar 't gelijkt een grijsaard, nog met den blos der gezondheid op de wangen en levenslust in de oogen. Het is uitmuntend onderhouden, maar [ 55 ]draagt nergens de kenmerken van gerestaureerd te zijn, hetwelk soms den indruk van oude gebouwen zoo zeer verstoort. Dit kan alleen het gevolg hiervan zijn, dat het nooit verwaarloosd werd, en, ondanks oorlogen en twisten, aan de vernielingswoede der middeleeuwen en de sloopingsmanie van de achttiende eeuw ontsnapte. Zooals dit gebouw daar nu staat, kan het nog eeuwen blijven staan; instorten van ouderdom zal het niet en omverwaaien nog veel minder. Moeilijk inderdaad zal men elders zulk een fraai model van ouden kasteelbouw aantreffen, zoodat het veilig onder de voornaamste merkwaardigheden van Valkenburg mag gerekend worden. Wij keeren dan ook terug met de overtuiging, dat de indruk van dit kasteel ons lang in herinnering zal blijven.
We wandelen nu langs den grooten weg naar Valkenburg terug, en gaan daartoe bij den grooten Lindeboom natuurlijk rechtsaf.
Schuin over het laatste huis van Oud-Valkenburg blijven we onwillekeurig stilstaan bij een fraaie dichte lindenlaan; oude boomen, welker takken van boven in elkaar gemengd en die daarna gewelfvormig gesnoeid zijn. Zulk een ouderwetsche laan, op een helder licht punt uitloopende, heeft toch altijd iets aantrekkelijks.
Wij gaan hem dan ook even in, want hij behoort tot een ander oud middeleeuwsch gebouw, het Kasteel Schaloen. Dit gebouw zelf ziet er op dezen kleinen afstand gezien, uiterst eenvoudig en eenvormig uit, zeer karakteristiek is het echter, om de daarvoor liggende vierkante steenen vijvers, die, met den geheelen aanleg aan dit voorplein, ons een goed denkbeeld geven van de onmiddellijke omgeving van [ 56 ]een oud ridderslot in vroegere eeuwen, Om dit alles fraai te vinden, moet men andere begrippen van het schoone hebben, dan die wij tegenwoordig algemeen huldigen, maar het is in de eigenaars van lateren tijd (tegenwoordig behoort het aan den heer de Villers-Masbourg) zeer te prijzen, dat ze dit alles lieten blijven bestaan, en er zelfs met een zekere piëteit de hand aan hielden; het is toch zeker niet het minst merkwaardige van dit kasteel inzonderheid voor den oudheidkenner, maar ook voor ieder, die er belang in stelt, dat het ons leert welke groote veranderingen de latere tijden in de kunst van aan-leg, en in den smaak tevens, teweegbrachten.
Kon de weg van Schin op Geul tot Oud-Valkenburg niet bijzonder fraai genoemd worden, heel anders wordt het, nu we dien van het Kasteel Schaloen af verder vervolgen. Dit gedeelte toch, ongeveer twintig minuten gaans (voor langzame wandelaars een half uur) is ontegenzeggelijk het fraaiste, om de ruime en gedurig afwisselende uitzichten, die men, in deze richting meer dan in de tegenovergestelde, geniet. Ter linkerzijde rust het oog onafgebroken op het dichte groen, het prachtige zomergewaad, waarmede de natuur het gebergte tooide, terwijl men ter rechterzijde het dal, hier door twee armen der Geul, die een eilandje vormen waarop Schaloen ligt, doorsneden, in zijn breedte overziet, terwijl dit fraaie tafereel door den Schaesberg, die er den achtergrond van vormt, wordt afgesloten. Dezen fraaien berg ziet men hier in zijn geheel; van de Hermitage is hier echter niets te zien, wijl deze in het dichte geboomte verscholen ligt. Ter halver wege ongeveer wordt het gezicht, door een kromming van den weg, nog schooner, [ 57 ]veel schilderachtiger. Daar, waar een bij den weg staand groepje wezenlijk monumentale Populieren als vanzelf de opmerkzaamheid trekt, heeft men een gezicht in de lengte over het Geuldal, dat wezenlijk prachtig is. Weiden, boschjes en alleenstaande boomen, waartusschen Valkenburg als het ware neergestreken is, om aan zijne bewoners, te midden dezer liefelijke natuur, een kalm en rustig leven te verzekeren, wisselen elkaar af en geven aan het geheel een ongemeene bekoorlijkheid. Dit schouwspel geniet men ongeveer een kwartier lang en men wordt niet moede het te bewonderen.
Jammer intusschen is het, dat de heg, die daar langs den weg staat, in de laatste jaren zoo hoog is opgegroeid, dat het voor velen niet mogelijk is daarover heen te zien. Te meer jammer is dit, omdat nu de meesten dezen weg herhaaldelijk langs wandelen, zonder dat ze in dit gezicht, in de lengte over een goed deel van het Geuldal, erg hebben. Het is echter wel te verwachten dat men die heg spoedig zoodanig zal inkorten, dat hij voor niemand meer een beletsel is.
Met deze geheele wandeling kan men rekenen dat ongeveer drie uren gemoeid zijn. Wel is de afgelegde afstand niet zoo groot, maar met het bezoek van den Schaesberg en oponthoud hier en daar gaat de tijd ongemerkt spoedig om.
Men kan echter een veel kortere wandeling naar Oud-Valkenburg maken, zonder daarom tweemaal denzelfden weg te gaan. Hiertoe gaat men langs het Kasteel Oost (zie blz. 44) rechtuit tot aan de beeldengroep, een product van devotie uit het begin der vorige eeuw (1739). Het is een Christus aan het kruis met Maria ter rechter- en [ 58 ]Johannes ter linkerzijde, benevens een pelgrim aan den voet van het kruisbeeld, welke beeldengroep blijkbaar goed wordt onderhouden en tegen den groenen achtergrond goed uitkomt.
Hier gaat men de brug ter rechterzijde over en de sparrelaan in, die op het Kasteel Schaloen, dat men rechts vóór zich ziet, uitloopt. Dit is wel geen publieke, maar ook geen verboden weg. Eigenlijk is het een achteringang van Schaloen, maar die, door de straks genoemde lindenlaan, een verbindingsweg vormt tusschen dien welken we hier verlaten en den grooten rijksweg. Na een hoek omgeslagen te zijn, staan we dan spoedig vóór het kasteel; en komen door de lindenlaan te Oud-Valkenburg, even aan deze zijde van de kerk uit. Een paar minuten, en men is in het Café de "Geul-Vallei", waar men desverkiezende kan uitrusten, om vervolgens langs den grooten weg naar Valkenburg terug te keeren. Dit uitrusten niet medegerekend, maakt men deze lieve wandeling in een uur.
Voor hen, die in weinige dagen zooveel mogelijk met de omstreken bekend willen worden, verdient de eerste wijze echter de voorkeur.