Naar inhoud springen

Pagina:Darwin - Het ontstaan der soorten (1860).djvu/192

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
176
OVER DE WETTEN DER VERANDERLIJKHEID.

terugkeer tot een van ouds bestaan hebbend kenmerk, en wat aan nieuwe maar overeenkomstige wijzigingen is toe te schrijven, moeten wij toch in de veranderde nakomelingen van eene soort kenmerken aantreffen, die reeds bij andere leden der zelfde groep gevonden worden.

De groote moeijelijkheid om eene veranderlijke soort eene regte plaats in onze stelsels aan te wijzen, wordt vooral veroorzaakt door dat eenige rassen als 't ware spotten met de andere soorten van het geslacht. Eene lange lijst is er te maken van vormen, die tusschen twee anderen in staan, en waarvan het twijfelachtig is of zij soorten dan wel rassen genoemd moeten worden; en dit bewijst—als men namelijk niet gelooft dat elke soort onafhankelijk geschapen is—dat de eene vorm in zijne veranderingen sommige kenmerken van den anderen heeft overgenomen, en zoodoende een middenvorm is geworden. Het beste bewijs wordt geleverd door deelen of werktuigen van een belangrijken en eenvoudigen aard, die soms zoo ver gewijzigd worden dat zij in zekere mate het kenmerk aannemen van het zelfde deel of werktuig in eene verwante soort. Ik heb eene lange lijst van zulke gevallen verzameld, en het spijt mij zeer dat ik die hier niet kan geven.

Evenwel kan ik toch niet nalaten hier een zeer opmerkelijk en zamengesteld geval te vermelden, niet zoozeer omdat het een belangrijk kenmerk betreft, als wel omdat het zich voordoet onder verscheidene soorten van het zelfde geslacht, gedeeltelijk in den natuurstaat en gedeeltelijk in den getemden staat levende. Het is duidelijk een voorbeeld van terugkeer. De ezel heeft niet zelden zeer goed zigtbare dwarsstrepen op zijne beenen, gelijk aan die van den zebra: men zegt dat die strepen het duidelijkst zijn bij het ezelveulen, en volgens mijne eigene onderzoekingen geloof ik dat zulks waarheid is. Ook zegt men dat de streep op elken schouder somtijds dubbel is. Die schouderstreep of het schoftkruis is zekerlijk zeer veranderlijk in lengte en breedte. Een witte ezel, niet een albino, heeft