Pagina:Darwin - Het ontstaan der soorten (1860).djvu/205

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
189
TUSSCHENRASSEN.

mededingen. Daar nu die soorten reeds bepaalde soorten zijn—hoe zij dat ook geworden mogen zijn—die niet op ongevoelige wijze ineensmelten, zoo moet het gebied eener soort, daar het van dat der andere soorten afhankelijk is, scherp afgeteekend zijn. Bovendien, elke soort zal op de grenzen van haar gebied, waar zij in verminderd aantal voorkomt, door de dobberingen in het getal harer vijanden of van hare prooi, of door de wisselingen der jaargetijden zeer vatbaar zijn voor uitroeijing, en ook daardoor zal derhalve haar verspreidingsgebied scherp afgebakend worden.

Als het waar is dat verwante soorten indien zij gezamenlijk binnen zekeren omtrek wonen, gewoonlijk zoo verdeeld zijn dat elk haar eigen gebied heeft met eene betrekkelijk smalle strook daar tusschen, op welke zij schielijk al zeldzamer en zeldzamer voorkomt, dan moet, wijl de rassen niet wezenlijk van soorten verschillen, de zelfde regel waarschijnlijk voor beiden geldig zijn. Als wij dus in onze verbeelding eene soort met twee of meer rassen doen wonen binnen zekeren grooten omtrek, dan moeten wij die twee rassen doen wonen binnen twee minder groote omtrekken en tevens een derde ras op eene smalle strook tusschen beiden. Gevolgelijk moet het tusschenras kleiner in getal zijn dan de beide anderen, wijl het op eene smalle strook woont, en de ondervinding heeft mij geleerd, dat dit in den natuurstaat ook zoo is. Ik heb treffende voorbeelden van dit een en ander gevonden in de rassen, staande tusschen wel gekenmerkte rassen van de zeepuist, Balanus. En door de mededeelingen die ik van watson, Dr. asa gray en wollaston heb ontvangen, schijnt het te blijken dat, als er tusschenrassen voorkomen tusschen twee andere vormen, zij hoogst zeldzaam grooter in getal zijn dan de vormen, die zij verbinden. Indien wij nu deze feiten en waarnemingen vertrouwen mogen, en daaruit besluiten dat rassen, die twee anderen aaneen schakelen, over het algemeen in kleinere getallen bestaan hebben dan de vormen die zij verbinden, dan