Pagina:Darwin - Het ontstaan der soorten (1860).djvu/523

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
235
ALGEMEEN OVERZIGT EN BESLUIT.

zaam zou kunnen zijn, In de bewaring van bevoorregte individuen en rassen gedurende den altijd op nieuw ontbrandenden strijd voor het bestaan, zien wij het krachtigste en altijd werkzame middel voor de keus. De strijd voor het bestaan volgt onvermijdelijk uit de wiskunstig zekere vermeerdering van alle bewerktuigde wezens. Die vermeerdering wordt door berekening bewezen, en ook door de snelle toename in getal van vele dieren en planten, als eenige jaargetijden achtereen de omstandigheden gunstig zijn, of als zij in eene nieuwe landstreek inheemsch worden. Er worden meer individuen geboren dan bij mogelijkheid in het leven kunnen blijven. Een grein in de weegschaal zal beslissen welk individu zal leven en welk zal sterven; welk ras of welke soort toenemen zal in getal, en welk zal afnemen of ten laatste uitsterven. Wijl de individuen van de zelfde soort in alle opzigten het naauwst met elkander in aanraking komen en mededingen, zal de strijd onder hen het hevigst zijn: hij zal bijna even hevig zijn tusschen de rassen van de zelfde soort, en slechts weinig minder hevig tusschen de soorten van het zelfde geslacht Doch de strijd zal somtijds zeer hevig zijn tusschen wezens ver van elkander staande op de ladder der natuur. Het geringste voordeel van een wezen in zekeren leeftijd of gedurende zeker jaargetijde boven die waarmede het in mededinging geraakt, of eene grootere geschiktheid, hoe gering ook, voor de omringende levensvoorwaarden, zal de weegschaal doen doorslaan.

Bij dieren van gescheidene sexen zal er in de meeste gevallen een strijd tusschen de mannetjes om het bezit der wijfjes gevoerd worden. De krachtigste individuen of die welke het best geslaagd zijn in den strijd tegen hunne levensbedingen, zullen gewoonlijk de meeste nakomelingen hebben. Doch het wel slagen in dezen zal dikwijls afhangen van het bezit van zekere wapenen of middelen ter verdediging, of van de bekoorlijkheden der mannetjes; en het geringste voorregt zal tot overwinning voeren.

De geologie zegt ons ten klaarste dat elk land groote phy-