Pagina:Herman Gorter, Verzen (1890).pdf/50

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Voel je den nacht
den eersten lentenacht?

Hoor je de boomen wel zingen
eerst daar heel hoog hoog zingen
van de teere bovenste takken
als keelen die braken
in angstig verlangend hoog vreugdeschreien,
hun hoog gierluidende lentelijen,
hoor je den nacht
den eersten lentenacht?

En nu gonzen de stammen
nu de eerste nachtvlammen
hen grijpen in zwarte handen,
ze gonzen tusschen hun tanden,
hoor je het, kind,
hoor je het, kind,
de oude zwarte stampalen
droomen in lage schalen
omdat het nu weer begint.