Naar inhoud springen

Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/152

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
140

beweert dat veel arbeids gunstig werken zal op de verovering der javaansche zielen voor het Godsryk, dan mag ik toch wel vaststellen niet zoo geheel bezyden alle waarheid te spreken, als ik zeg dat er te Lebak zeer goed koffi kan geplant worden. En, sterker nog, dat misschien het Opperwezen juist hierom alleen dien grond voor koffikultuur ongeschikt heeft gemaakt, om door den arbeid die er noodig wezen zal om een anderen grond daarheen te verleggen, de bevolking van die streek vatbaar te maken voor de zaligheid.


Ik hoop toch dat myn boek onder de oogen van den Koning komt, en dat er weldra door grootere veilingen blyken moge hoe nauw de kennisse Gods in-verband staat met het welbegrepen belang van de geheele burgery! Zie eens hoe de eenvoudige en nederige Wawelaar, zonder wysheid naar den mensch — de man heeft nooit een voet op de beurs gezet — maar voorgelicht door het Evangelie dat een lamp op zyn pad is, my, makelaar in koffi, daar op-eenmaal een wenk geeft, die voor heel Nederland belangryk is niet alleen, maar die my in-staat zal stellen, als Frits goed oppast — hy heeft redelyk stil gezeten in de kerk — wellicht vyf jaren vroeger naar Driebergen te gaan. Ja, arbeid, arbeid, dat is myn wachtwoord! Arbeid voor den Javaan, dat is myn principe! En myn principes zyn me heilig.


Is niet het Evangelie ’t hoogste goed? Gaat er iets boven de zaligheid? Is het dus niet onze plicht, die menschen zalig te maken? En wanneer, als hulpmiddel hiertoe, arbeid noodig is — ikzelf heb twintig jaar de beurs bezocht — mogen we dan den Javaan arbeid weigeren, waar zyn ziel daaraan zoo dringend behoefte heeft om later niet te branden? Zelfzucht zou het wezen, schandelyke zelfzucht, als we niet alle pogingen aanwendden om die arme verdoolde menschen te behoeden voor de verschrikkelyke toekomst die dominee Wawelaar zoo welsprekend geschetst heeft. Er is een juffrouw flauw gevallen toen hy van dat zwarte kind sprak…misschien had ze een jongetje dat er wat donker uitzag. Vrouwen zyn zoo!