Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/181

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
169

verward, alles was zóó onrustig, dat men het een jong mensch, die liever te-paard zat dan dat hy geld telde of kasboeken byhield, niet kwalyk nemen kon dat alles niet zoo ordelyk en geregeld ging als men zou kunnen vorderen van een amsterdamschen boekhouder die niet anders te doen heeft. De Battahlanden waren in roering, en je weet, Verbrugge, hoe altyd alles wat in de Battahs gebeurt, terugwerkt op ’t Natalsche. Ik sliep ’s nachts geheel gekleed om spoedig by-dehand te zyn, wat dan ook dikwyls noodig was. Daarby heeft het gevaar — eenigen tyd voor myn komst was er een komplot ontdekt, om myn voorganger te vermoorden en opstand te maken — het gevaar heeft iets aantrekkelyks, vooral wanneer men slechts twee-en-twintig jaren oud is. Dit aantrekkelyke maakt dan iemand wel eens ongeschikt voor bureauwerk of voor de styve nauwkeurigheid die noodig is tot goed beheer van geldzaken. Bovendien, ik had allerlei gekheden in ’t hoofd…

Traoessa? (97) riep mevrouw Havelaar een bediende toe.

— Wàt hoeft niet?

— Ik had gezegd nog iets gereed te maken in de keuken…een omelet of zoo-iets.

— Ah! En dat hoeft niet meer nu ik van myn gekheden begin? je bent ondeugend, Tine! ’t Is my wel, maar die heeren hebben ook een stem. Verbrugge, wat kies je, je aandeel in de omelet of de historie?

— Dat is een moeielyke pozitie voor een beleefd mensch, zei Verbrugge.

— En ook ik zou liever niet kiezen, voegde Duclari er by, want het is hier te doen om een uitspraak tusschen m’nheer en mevrouw, en: entre l’écorce et le bois, il ne faut pas mettre le doigt.

— Ik zal u helpen, heeren, de omelet is…

— Mevrouw, zei de zeer beleefde Duclari, de omelet zal toch wel zooveel waard zyn als…

— Als de historie? Zeker als ze wat waard was! Doch er is een bezwaar…

— Ik wed dat er nog geen suiker in huis is, riep Verbrug-