Naar inhoud springen

Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/188

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
176

tastbaar waren op dit stuk, wanneer men ze niet had noodig gehad tot het opwegen tegen zyn roem van dapperheid, die sommigen belette te slapen.


Één eigenschap bezat hy werkelyk in hooge mate: wilskracht. Wat hy zich voornam, moest geschieden, en geschiedde ook gewoonlyk. Doch — zie je wel dat ik weer terstond de tegenstelling by-de-hand heb? — doch in de keuze der middelen was hy dan ook wat…vry, en, zooals van der Palm — naar ik geloof, ten-onrechte — van Napoleon zeide: «hinderpalen der zedelykheid stonden hem nooit in den weg!» Nu, dan is ’t zeker gemakkelyker zyn doel te bereiken, dan wanneer men zich door zoo-iets wèl gebonden acht.


De adsistent-resident van Padang dan had een bericht uitgebracht, dat gunstig luidde voor dien gesuspendeerden kontroleur, wiens suspensie hierdoor een tint van onrechtvaardigheid bekwam. De Padangsche praatjes duurden voort: men sprak nog altyd over ’t verdwenen kind. De adsistent-resident voelde zich op-nieuw geroepen die zaak optevatten, maar voor hy iets tot helderheid had kunnen brengen, ontving hy een besluit waarby hy door den Gouverneur van Sumatra’s Westkust werd gesuspendeerd «wegens oneerlykheid in ambtsbetrekking.» Het heette dat hy uit vriendschap of medelyden de zaak van dien kontroleur, tegen beter weten aan, in een valsch daglicht had gesteld.


Ik heb de stukken die deze zaak betreffen, niet gelezen, maar ik weet dat de adsistent-resident niet in de minste betrekking met dien kontroleur stond, hetgeen reeds hieruit blykt dat men juist hem had gekozen om die zaak te onderzoeken. Ik weet voorts dat hy een achtenswaardig persoon was, en dat ook de Regeering hem hiervoor hield, hetgeen blykt uit het vernietigen der suspensie, nadat de zaak elders dan op Sumatra’s Westkust onderzocht was. Ook die kontroleur is later geheel in zyn eer hersteld geworden. Het was hun suspensie die my ’t puntdicht ingaf, dat ik op de ontbyttafel van den