Naar inhoud springen

Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/307

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
295

Hoe dit zy, ik kan niet bewyzen dat Havelaars voorganger vergiftigd was, daar men Havelaar den tyd niet heeft gelaten deze zaak tot klaarheid te brengen. Doch wel kan ik bewyzen dat zyn omgeving hem voor vergiftigd hield, en dat men dit vermoeden vastknoopte aan zyn zucht om onrecht te-keer te gaan.

De kontroleur Verbrugge trad de kamer van Havelaar binnen. Deze vroeg kortaf:

— Waaraan is m’nheer Slotering gestorven?

— Dat weet ik niet.

— Is hy vergiftigd?

— Dat weet ik niet, maar…

— Spreek duidelyk, Verbrugge!

— Maar hy trachtte de misbruiken te-keer te gaan, zooals u, m’nheer Havelaar, en…en…

— Welnu? Ga voort?

— Ik ben overtuigd dat hy…zou vergiftigd geworden zyn als hy langer hier was gebleven.

— Schryf dat op!

Verbrugge heeft die woorden opgeschreven. Zyn verklaring, ligt voor my! (149)

— Nog iets. Is ’t wáár of is ’t niet waar dat er gekneveld wordt in Lebak?

Verbrugge antwoordde niet.

— Antwoord, Verbrugge!

— Ik durf niet.

— Schryf ’t op, dat je niet durft!

Verbrugge heeft het opgeschreven: het ligt voor my.(149)

— Wèl! Nog iets: je durft niet antwoorden op de laatste