PLATYCODON AUTUMNALEDecaisne.
Nat. familie:
CAMPANULACEÆ.
Klasse en Orde van LINNÆUS:
PENTANDRIA MONOGYNIA (Vijfmannige-Eenwijvige)[1].
De thans hier afgebeelde plant is de derde uit het oude geslacht der Klokjesbloemen (Campanula), 't welk in later tijd in verschillende geslachten gesplitst werd, doch waarin het niemand moeijelijk vallen kan deze algemeen geliefde bloemen te herkennen, die in dit werk opgenomen wordt.
De lezer herinnert zich de door onze 30e plaat voorgestelde Venus-spiegel (Specularia Speculum) en de Campanula Medium (pl. 45), de laatste nog altijd een lid uitmakende van het reeds door Linnæus aldus genoemde geslacht Campanula, naar de gewijzigde opvatting der latere kruidkundigen.
Ook de tegenwoordige Platycodons toch werden, voor zoover ze bekend waren, weleer mede tot de Campanula's gerekend. Dit was slechts een tweetal, waarvan er zoover mij bekend is, niet meer dan eene in de tuinen voorkwam, tot Alph. Decandolle, bij zijne bewerking van de familie der Klokjesbloemige planten of Campanulaceën, deze twee tot een afzonderlijk geslacht verhief, dat hij Platycodon noemde, een naam zamengesteld uit de twee Grieksche woorden: platus (plat) en Koodoon (klok), zoodat men deze planten, in onze taal, wilde men dit woord behouden, Platklok zou moeten noemen. Daar dit echter alles behalve fraai klinkt; daar er voorts geene noodzakelijkheid bestaat, om planten, die in ons vaderland niet in wilden toestand worden aangetroffen, een gezochten Hollandschen naam te geven, en daar eindelijk het woord „platklok" alles behalve juist is, aangezien de klokjes, welke deze bloemen vormen, volstrekt niet plat zijn, is het veel beter die Hollandsche benaming maar te laten varen en deze planten bij haar wetenschappelijken naam—al strookt die ook niet volkomen met het karakter der bloemen—te blijven noemen.—