Staatsregeling van Sint Maarten/Hoofdstuk 6
← Hoofdstuk 5. Raad van Advies, Algemene Rekenkamer, Ombudsman en vaste colleges van advies | Staatsregeling van Sint Maarten (2010) door Eilandsraad van Sint Maarten | Hoofdstuk 7. Rechtspraak, openbaar ministerie en politie → |
HOOFDSTUK 6
WETGEVING EN BESTUUR
§ 1. Algemene bepaling over wettelijke regelingen
Artikel 81
De geldende wettelijke regelingen in Sint Maarten zijn:
- a, het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden;
- b, overeenkomsten met andere mogendheden en met volkenrechtelijke organisaties, voorzover zij voor Sint Maarten bekrachtigd zijn;
- c, rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur die volgens het Statuut voor Sint Maarten verbindend zijn;
- d, deze Staatsregeling;
- e, onderlinge regelingen als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut, voor zover door een bevoegd orgaan van Sint Maarten daaraan wettelijke kracht is verleend;
- f, onderlinge regelingen als bedoeld in artikel 38, tweede lid, van het Statuut;
- g, landsverordeningen, waaronder tevens begrepen de eenvormige landsverordeningen;
- h, landsbesluiten, houdende algemene maatregelen;
- i, ministeriële regelingen;
- j, verordeningen van openbare lichamen, als bedoeld in artikel 97, tweede lid, en zelfstandige bestuursorganen, als bedoeld in artikel 98, tweede lid.
§ 2. Landsverordeningen, eenvormige landsverordeningen, landsbesluiten, houdende algemene maatregelen en ministeriële regelingen
Artikel 82
De vaststelling van landsverordeningen geschiedt door de regering en de Staten gezamenlijk.
Artikel 83
De bekrachtiging van ontwerpen van landsverordening geschiedt door de regering na goedkeuring door de Staten. Zij verkrijgen hierdoor kracht van landsverordening. [ 26 ]
Artikel 84
1 De regering dient ontwerpen van landsverordening ter goedkeuring bij de Staten in.
2. Alvorens over te gaan tot indiening, biedt de regering een ontwerp van landsverordening aan de Raad van Advies aan.
Artikel 85
1. De Staten hebben het recht ontwerpen van landsverordening aan de regering voor te dragen ter bekrachtiging.
2. Ontwerpen van landsverordening door de Staten voor te dragen ter bekrachtiging worden bij hen aanhangig gemaakt door een of meer leden.
3. De Staten bieden een ontwerp van landsverordening aan de Raad van Advies aan alvorens zij het in behandeling nemen.
Artikel 86
1. Zolang een ontwerp van landsverordening, ingediend door de regering, niet door de Staten is goedgekeurd, kan het door hen, op voorstel van een of meer leden, of door de regering worden gewijzigd.
2. Zolang de Staten nog niet hebben besloten tot voordracht ter bekrachtiging van een ontwerp van landsverordening, kan het door hen, op voorstel van een of meer leden, of door het lid of leden door wie het aanhangig gemaakt is, worden gewijzigd.
Artikel 87
1. Zolang een ontwerp van landsverordening, ingediend door de regering, niet door de Staten is goedgekeurd, kan het door de regering worden ingetrokken.
2. Zolang de Staten nog niet hebben besloten tot voordracht ter bekrachtiging van een ontwerp van landsverordening, kan het door het lid of de leden door wie deze aanhangig is gemaakt, worden ingetrokken.
Artikel 88
1. De regering en de Staten geven elkaar kennis van hun besluit over enig ontwerp van landsverordening. De Staten geven de regering kennis over hun besluit een ontwerp van landsverordening te onderwerpen aan een referendum, bedoeld in
2. Indiening en intrekking van ontwerpen van landsverordening door de regering geschieden door tussenkomst van de Gouverneur.
Artikel 89
De bekendmaking en de inwerkingtreding van landsverordeningen wordt bij landsverordening geregeld. Zij treden niet in werking voordat zij zijn bekendgemaakt.
Artikel 90
1. Bij onderlinge regeling met een of meer landen binnen het Koninkrijk kan de procedure voor de totstandkoming van eenvormige landsverordeningen worden geregeld, waarbij kan worden afgeweken van het bepaalde in deze paragraaf.
2. Een dergelijke onderlinge regeling treedt niet in werking dan nadat zij bij landsverordening is goedgekeurd.
Artikel 91 [ 27 ]
1. Door de regering kunnen landsbesluiten, houdende algemene maatregelen, worden vastgesteld.
2. Voorschriften, door straffen te handhaven, worden daarin alleen gegeven krachtens landsverordening. Bij landsverordening worden de op te leggen straffen bepaald.
3. Alvorens een landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te bekrachtigen biedt de regering het ontwerp van landsbesluit aan de Raad van Advies aan.
4. Artikel 89 is van overeenkomstige toepassing op landsbesluiten, houdende algemene maatregelen.
5. Een landsverordening of landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan aan de minister de bevoegdheid toekennen tot het vaststellen van een ministeriële regeling. Artikel 89 en het tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op ministeriële regelingen.
§ 3. Raadplegend referendum
Artikel 92
Tot een raadplegend referendum wordt overgegaan op initiatief van de Staten.
Artikel 93
1. Een referendum kan betrekking hebben op een ontwerp van landsverordening dat door de Staten is goedgekeurd of ter bekrachtiging is voorgedragen, of op een onderwerp van groot maatschappelijk belang waarover de regering of Staten een beslissing hebben genomen en dat niet is uitgesloten van een referendum op grond van artikel 94.
2. Een door de Staten goedgekeurd of ter bekrachtiging voorgedragen ontwerp van landsverordening dat wordt onderworpen aan een referendum wordt nog niet bekrachtigd.
Artikel 94
1. In geen geval kunnen aan een referendum worden onderworpen:
- a. voorstellen van rijkswetgeving;
- b. ontwerpen van landsverordening inzake de begroting;
- c. ontwerpen van landsverordening die mede strekken tot uitvoering van verdragen of
besluiten van volkenrechtelijke organisaties;
- d. ontwerpen van landsverordening inzake de belastingen;
- e. ontwerpen van eenvormige landsverordeningen.
2. Bij landsverordening kunnen andere onderwerpen worden uitgesloten van een referendum.
Artikel 95
1. Bij landsverordening wordt steeds het gevolg van een referendum bepaald.
2. De landsverordening, bedoeld in het eerste lid, kan bepalen dat indien een meerderheid zich tegen het ontwerp van landsverordening keert en deze meerderheid een bij landsverordening te bepalen deel omvat van hen die gerechtigd waren aan het referendum deel te nemen, het ontwerp van landsverordening van rechtswege vervalt.
Artikel 96
Alles wat verder het referendum betreft, wordt geregeld bij of krachtens landsverordening.
§ 4. Overige bepalingen
Artikel 97
1. Bij landsverordening kunnen openbare lichamen ter behartiging van bepaalde belangen worden ingesteld en opgeheven.
2. De landsverordening regelt de taken en de inrichting van deze openbare lichamen, de samenstelling en de bevoegdheid van hun besturen alsmede de openbaarheid van hun vergaderingen. Bij landsverordening kan aan hun besturen verordenende bevoegdheid worden verleend.
3. Het toezicht op deze besturen wordt bij landsverordening geregeld. Vernietiging van besluiten van deze besturen kan alleen geschieden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.
Artikel 98
1. Bij landsverordening kunnen zelfstandige bestuursorganen worden ingesteld en opgeheven.
2. De landverordening regelt de inrichting, samenstelling taken en bevoegdheden van de zelfstandige bestuursorganen, alsmede de openbaarheid van hun vergaderingen. Bij landsverordening kan aan zelfstandige bestuursorganen verordenende bevoegdheid worden verleend. De afkondiging van verordeningen van een zelfstandig bestuursorgaan geschiedt door plaatsing in het Afkondigingsblad, met vermelding van de datum van uitgifte.
3. Het toezicht op zelfstandige bestuursorganen wordt bij landsverordening geregeld.
4. Vernietiging door de regering of onthouding van goedkeuring door het bij landsverordening aangewezen orgaan kan alleen plaatsvinden wegens strijd met het recht.
5. Een besluit tot vernietiging of tot onthouding van goedkeuring wordt met redenen omkleed en bepaalt de gevolgen daarvan. Over een besluit tot vernietiging wordt de Raad van Advies gehoord.
Artikel 99
1. Belastingen worden geheven uit kracht van een landsverordening.
2. De Staten kunnen een zodanig ontwerp van landsverordening niet goedkeuren of niet besluiten tot voordracht van een zodanig ontwerp dan met volstrekte meerderheid van stemmen van de zitting hebbende leden.
3. Retributies worden bij landsverordening geregeld.
Artikel 100
1. De begroting van de ontvangsten en de uitgaven van het Land wordt bij landsverordening vastgesteld.
2. De jaarbegroting en de meerjarenbegroting zullen sluitend zijn. Indien dit nodig is in verband met het herstel van schade veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen, waaronder natuurrampen, kan volgens regels gegeven bij of krachtens rijkswet of landsverordening, worden afgeweken van de eerste volzin.
3. De begroting wordt jaarlijks in een of meer ontwerpen door de regering aan de Staten uiterlijk op de eerste september aangeboden.
4. De verantwoording van de ontvangsten en de uitgaven van het Land wordt aan de Staten gedaan overeenkomstig de landsverordening. De door de Algemene Rekenkamer onderzochte rekening wordt jaarlijks aan de Staten overgelegd.
5. Bij landsverordening worden regels gesteld omtrent het beheer van de financiën van het Land. [ 29 ]
Artikel 101
1. Bij landsverordening worden regels gesteld ten einde de rechtmatigheid en integriteit van het bestuur en het bestuurlijk handelen alsmede de deugdelijkheid van het financieel beheer te waarborgen.
2. Jaarlijks wordt verantwoording afgelegd.
Artikel 102
1. Het aangaan of garanderen van een geldlening ten name of ten laste van het Land geschiedt niet dan krachtens landsverordening.
2. De aan de aangegane of gegarandeerde geldleningen verbonden rentelasten zullen een bij landsverordening vastgesteld percentage van de gemiddelde inkomsten van de collectieve sector van de drie aan het begrotingsjaar voorafgaande jaren, niet mogen overschrijden.
3. Bij landsverordening worden nadere regels gesteld over het aangaan, garanderen of het verstrekken van een geldlening.
Artikel 103
1. Er is een centrale bank. De centrale bank oefent het toezicht op het geldstelsel uit. Bij landsverordening kunnen andere taken aan de centrale bank worden opgedragen.
2. Bij of krachtens landsverordening wordt het geldstelsel geregeld.
Artikel 104
Bij landsverordening worden het burgerlijk recht en het strafrecht, in algemene wetboeken geregeld, behoudens de bevoegdheid tot regeling van bepaalde onderwerpen in afzonderlijke landsverordeningen.
Artikel 105
Bij landsverordening worden algemene regels van bestuursrecht vastgesteld.
Artikel 106
De rechtspositie van de ambtenaren wordt bij landsverordening geregeld. De landsverordening stelt tevens regels over hun bescherming bij de arbeid en over medezeggenschap.
Artikel 107
De overheid betracht bij de uitvoering van haar taak openbaarheid voor zover dit niet strijdig is te achten met het belang van het Land en dat van het Koninkrijk dan wel met andere belangen die het achterwege laten van openbaarmaking rechtvaardigen. Bij landsverordening worden ter zake nadere regels gesteld.
Artikel 108
Bij landsbesluit kan volgens regels, bij landsverordening te stellen, vergunning worden verleend voor mijnbouwondernemingen, voor ondernemingen van openbaar nut, telecommunicatie en voor de aanleg van werken ten behoeve van deze ondernemingen.
Artikel 109
Bij landsverordening wordt het beheer der domaniale gronden en andere domaniale rechten geregeld.
Artikel 110 [ 30 ]
1. Personen, die woonachtig zijn in Sint Maarten, kunnen niet dan bij landsverordening tot dienst in de krijgsmacht dan wel tot burgerdienstplicht worden verplicht.
2. De dienstplichtigen, dienende bij de landmacht, kunnen zonder hun toestemming niet dan bij landsverordening naar elders worden gezonden.
Artikel 111
In geval van buitengewone omstandigheden kan bij landsbesluit worden bepaald dat in Sint Maarten woonachtige dienstplichtigen buitengewoon in werkelijke dienst worden gehouden of geroepen. Alsdan wordt onverwijld een ontwerp van landsverordening bij de Staten ingediend om het in werkelijke dienst blijven van dienstplichtigen zoveel nodig te bepalen.
Artikel 112
1. Bij landsverordening wordt bepaald in welke gevallen ter handhaving van de uit- of inwendige veiligheid en openbare orde bij landsbesluit een door landsverordening als zodanig aan te wijzen uitzonderingstoestand kan worden afgekondigd; zij regelt de gevolgen.
2. Daarbij kan worden afgeweken van het bepaalde in de artikelen 2, eerste lid, in geval van dood als gevolg van rechtmatige oorlogshandeling, 7, eerste lid, voor zover dit het vereiste van een bijzondere schriftelijke machtiging van de rechter betreft, 7, tweede lid, 8, 9, voor zover dit de uitoefening buiten gebouwen en besloten plaatsen van het in dit artikel omschreven recht betreft, 10, 12, 13, 14, eerste lid, en 15, eerste lid.
3. Terstond na de afkondiging van een uitzonderingstoestand en voorts, zolang deze niet bij landsbesluit is opgeheven, telkens wanneer zij zulks nodig oordelen, beslissen de Staten omtrent het voortduren daarvan.