Uit stilte en strijd/Cupidootje

Uit Wikisource

[ 58 ]

XXIX.

CUPIDOOTJE.


Cupidootje,
Speelgenootje,
Ach, wat schoot je
Weer bijzij!
Altijd zeilt je
Scherpe pijltje
Juist mijn kloppend hart voorbij!

Nooit es deert je
Gauw geweertje
Dan een veertje
Van mijn hoed, —
En ze zeiden:
„Die verdijde
Kleine jongen schiet zoo goed"!

Of — zeg, schiet je,
Deugenietje,
Met een rietje
Zonder punt?
Want ik zie et
Wel op wie et
Telkens toch weer is gemunt!

[ 59 ]
Liefdegodje
Wat bedot je
Vinnig schotje
Mij zoo vaak?
Word es wakker
Kleine rakker!
Cupidootje — — schiet es raak!