Gorter/Ergens moeten toch zijn de lichte watren van haar oogen
Uiterlijk
< Gorter
← Mijn handen zijn zoo heet | Verzen van Gorter (1890) door Herman Gorter | In de verte zag ik blanke wateren → |
Uitgegeven in Amsterdam door W. Versluys. |
[ 82 ]
Ergens moeten toch zijn de lichte watren van haar oogen —
Mijn handen zijn zoo heete en drooge —
en het lichte water van haar stem —
mijn keel is in dorre klem.
Het kan toch zoo altijd niet duren
met de brandende uren —
mijn stem is schor,
mijn oogen dor.
Mijn handen zijn zoo heete en drooge —
en het lichte water van haar stem —
mijn keel is in dorre klem.
Het kan toch zoo altijd niet duren
met de brandende uren —
mijn stem is schor,
mijn oogen dor.